Niet biologisch-dynamisch, wel pionier in duurzame landbouw ^Xvlr K\^j!^i^^XY>'.\J^^i geanalyseerd om een bodem- en bodemgeschiktheidskaart te maken is voorbij. Per locatie kan nu zelfs per vierkante meter de opbrengst worden vastgesteld. Waar Jan Paul van Hoven zich druk over maakt is dat de link tussen Wageningen en de landbouwpraktijk via onderzoek, voorlichting en onderwijs - men spreekt van de OVO-driehoek - weg is. "De voorlichting is geprivatiseerd en het onderzoek is niet echt praktisch meer", zegt hij. "Boeren moeten het allemaal zelf maar uitzoeken. Ik wil Wageningse kennis terug op de akker". Hij zal zeker gehoor vinden bij de 'Wageningse' minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Cees Veerman. Waar het onder andere om gaat is, hoe je bodempathogene bacteriën en virussen ecologisch verantwoord moet bestrijden. Het is maar een voorbeeld. Ook gewas modificaties voor gezonde voeding en of economisch profijtelijke exploitatie zijn onderwerpen van onderzoek ten behoeve van praktische toepassing. "Nu verdwijnt onderzoek veelal in promotieboekjes en dus in de kast in plaats van dat het praktijk- rijp gemaakt wordt." Een van de maten van de Wilhelminapolder zag nog niet zo lang geleden een moge lijke toekomst voor het bedrijf in de biologisch-dynamische landbouw. Als de Wilhel minapolder daar in zou stappen, dan zou ook dat een voorbeeldfunctie voor anderen kunnen hebben. Jan Paul van Hoven realiseerde zich dat, als hij niets met zo'n sug gestie zou doen. die een eigen leven zou gaan leiden. Dus heeft hij laten onderzoeken hoe biologisch-dynamische landbouw in de Wilhelminapolder zou werken. Twee par tijen werden in dat onderzoek betrokken. De DLV en het LEI. DLV is de geprivati seerde Landbouwvoorlichtingsdienst van het Ministerie van Landbouw. Daar is veel expertise aanwezig op het gebied van de biologisch-dynamische landbouw. Het LEI, Landbouw Economisch Instituut is betrokken vanwege de kennis van de gangbare landbouw. Kort door de bocht is de conclusie dat biologisch-dynamische landbouw niks is voor de Wilhelminapolder. vooral niet. omdat het een vorm van landbouw is. die de tijd een halve eeuw terugdraait. Het is een stap terug in de geschiedenis van de ontwikkeling in de landbouw en het werken op een grote boerderij. "Stel je voor dat je het onkruid in een akker met suikerbieten handmatig moet wieden. Dan heb je wel 75 man nodig in plaats van de 15. die bij ons werken", zegt Jan Paul. De werknemers in de Wilhelminapolder zijn juist zo gemotiveerd, omdat het bedrijf andere kansen biedt. Het zijn allemaal specialisten. Die specialisatie zal nog verder doorzetten. Voor boeren die wel biologisch-dynamisch produceren heeft Jan Paul van Hoven veel bewondering. Prima als iemand dat om maatschappelijk-politieke redenen doet. Het vraagt veel boerenvakmanschap. De risico's zijn groter. Overigens is duidelijk dat met biologisch-dynamische landbouw nooit de wereldbevolking gevoed kan worden. Dat kan wel met andere vormen van duurzame landbouw. Duurzaamheid blijft een sleutelbegrip. Economisch, ecologisch en sociaal-maatschappelijk. Profit, people en planet is de drie-eenheid van de duurzaamheid. Er moet overigens. Jan Paul zei het eerder, nog veel gebeuren voor de meetbaarheid van duurzaamheid zodanig is geanalyseerd, dat er effectief mee gewerkt kan worden. 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2004 | | pagina 17