er wel een van. Een pionier, die het avontuur met het onbekende aangaat. Hij begon in 1985 als zelfstandige zagerkweker in Aagtekerke. Er was eigenlijk niets bekend. Ja, er was een proefschrift dat concludeerde dat zagerkweek niet economisch rendabel te exploiteren zou zijn. "Maar ik geloof niet alles", zegt Ben. Na de eerste vijf over- levingsjaren in Aagtekerke begon hij in de Wilhelminapolder met 14 bassins. Dat zijn er nu 94. Het zee-aas wordt geëxporteerd all over the world, voornamelijk naar het Middellandse Zeegebied, via een Joint Venture met Normandie Appats, een groot handel in zee-aas. Het wordt ook gebruikt als voedsel voor gamalenkwekerijen op Aruba en in Venezuela. Dat biedt weer perspectief om na te denken over de moge lijkheid van een kreeftenkwekerij. Als de Wilhelminapolder meer ruimte voor aqua- cultuur zou bieden, dan is dat een optie. Geen viskwekerijen, dat ziet Meijering niet zitten. Je moet je volgens hem concentreren op schaal- en schelpdieren. Met behulp van het algenrijke looswater van de zagerkwekerij experimenteert hij nu al met kok kels en mosselzaad. Hij wil zijn bedrijf graag uitbreiden met 60 ha in een deel van de polder oostelijk van de Deltaweg, ten zuiden van de Oosterscheldedijk ter hoogte van Restaurant Katseveer. Voor datzelfde gebied heeft hij ook al jaren ideeën voor de ontwikkeling van een toeristisch aantrekkelijk Oosterschelde-aquarium annex aqua- cultuur-onderzoekscentrum. 17

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2004 | | pagina 19