De polder in avondlicht DE WILHELMINAPOLDER Engel, is de locatie in de Wilhelminapolder aan die doorgaande Deltaweg een uitste kende om bezoekers te ontvangen. Een Oosterschelde-aquarium op zich zou best onderdeel van een grote toeristische trekpleister kunnen zijn, zeker als dat gecombi neerd wordt met aquacultuur en een kenniscentrum daarvoor. Gedeputeerde Staten van de provincie vinden de gedachte interessant en zouden zich er best voor in willen zetten om een daarvoor noodzakelijke wijziging van het streekplan in de Provinciale Staten te verdedigen, zegt gedeputeerde Harry van Waveren. Huib Eversdijk zegt daar in pricipe absoluut niet tegen te zijn, maar dan moet er wel een gezonde finan ciële basis aan ten grondslag liggen. Dat laatste wordt ook door anderen en door Bert Meijering zelf beaamd. Voor Bert geldt trouwens dat als het niet in de Wilhelmina polder lukt er wat hem betreft ook andere mogelijkheden zijn. Op Noord-Beveland. Jan Paul van Hoven rijdt weer eens op een avond door de polder. "Ja, dat plan van die Meijering. Hij had er nog niet mee naar buiten moeten komen. Het is niet rijp. Hij heeft er ook geen commercieel talent voor. Wel biologisch. Daarin is hij knap." We staan helemaal aan het eind van de zagerkwekerij. "Moetje kijken hoe inventief die man is. Die borstelpomp, die het water in beweging houdt en zuurstof toevoegt. Heel eenvoudig, een cilinder met een serie schoepjes erop gelast. Het ziet er niet uit, maar het werkt! Geniaal." Diffuus avondlicht valt op de bassins. Zo. in het bijna don ker, is het niet eens meer lelijk, zoals overdag. Dan krijgt Topsy Baits inderdaad geen schoonheidsprijs. Maar dat hoeft ook niet, daar in die uithoek waar niemand komt. In een andere hoek van de polder, dicht tegen de Schengedijk ziet Jan Paul iemand op het land. "Kijk, dat is Martin Kesselaar." Het is een raadsel, dat hij dat van zo'n afstand ziet, maar hij herkent hem aan zijn auto. "Die staat naar zijn plantuien te kijken." De Wilhelminapolder heeft zo'n 100 ha verhuurd aan de Handelsonder neming Kesselaar uit 's Gravenpolder. De Kesselaars zijn gespecialiseerd in de teelt van onder andere plantuien en exporteren die naar heel Europa. Frankrijk. Engeland, Duitsland, vooral veel naar Oost-Europa. Ook naar Nederlandse boeren natuurlijk. Het blijkt dat de Kesselaars al heel lang zaken doen met de polder. Voordat Jan Paul er was met Duvekot en daarvoor ook al. Vóór Duvekot deden ze minder zaken met directeur Minderhoud, meer met diens adjunct Boelman. Ze hebben veel respect voor de kennis en de manier waarop Van Hoven de polder runt. "Anders dan Duvekot, maar die was ook absoluut niet verkeerd. Die heeft de polder met de verkoop van de Goese Meer toch veel geld bezorgd." Jan Paul op zijn beurt heeft bewondering voor het bedrijf van de Kesselaars. Hij noemt het een degelijk bedrijf, met veel kennis van zaken, staat modern in de markt. Het gesprek met Martin gaat over het probleem van de aardappelen. Het gaat om van een vorige oogst overgebleven aardappelen, die nu incidenteel tussen de plantuien de kop opsteken. Onkruid, dat met de hand verwijderd moet worden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2004 | | pagina 24