Formule die COVRA en EPZ bindt: E=mc2 COVRA VERSTOPT ZICH E T Volgens hem is er geen tijd meer om alternatieve energiebronnen zoals wind-, water en zonnenkracht uit te bouwen. Lovelock vindt zorgen over de veiligheid van kern energie overdreven en niet rationeel. In 'The Independent' zegt hij: "Ik ben een Groene en ik smeek mijn vrienden in de beweging hun onterechte bezwaar tegen kernenergie te laten vallen." Hans Codée volgt deze discussies op de voet. Hij vindt het interessante ontwikke lingen die zich voordoen. Dingen benoemen, onder de ogen zien. Niet wegstoppen. Maar ook niet blind zijn voor de gevaren. Heel de discussie vat hij samen door een voorbeeld te geven. "Het 'zijn' van de mens wordt bepaald door adem te halen. De kans bestaat echter dat je niet altijd gezonde lucht inademt. Het alternatief is niet te ademen. Dus eigenlijk is er géén keus. We zitten in een onomkeerbaar proces." Hans den Boer, bedrijfsdirecteur van EPZ op het centralecomplex van Borssele (1991-1998) en tevens hoofd van de kernenergiecentrale (1986-1998) heeft het ont staan van COVRA van nabij meegemaakt. Hij was zijn gehele leven werkzaam in de kernenergie: aanvankelijk als projectingenieur bij de bouw van de kernenergiecentrale Dodewaard. vele jaren voor diverse buitenlandse kemenergieprojecten en vanaf 1974 (weer) in het Zeeuwse. In de periode voordat COVRA in 1982 werd opgericht was er uiteraard discussie over wat te doen met het radioactief afval. Het laag- en middelradioactief afval vrijkomend bij de elektriciteitsproductie werd ter plaatse verwerkt en opgeslagen, de andere pro ducenten brachten hun afval naar het ECN te Petten en aldaar werd het verwerkt en opgeslagen. De bestraalde splijtstofelementen van de elektriciteitscentrales gingen naar de opwerkingsfabrieken in Frankrijk en Engeland, waar het nog bruikbare urani um en plutonium voor hergebruik wordt afgescheiden. Het kernsplijtingsafval (dat is het restant, dat na het opwerkingsproces overblijft) zou op termijn in verglaasde vorm terugkomen naar Nederland. Voor technisch georiënteerde mensen als Hans den Boer was het allemaal heel eenvoudig. Den Boer: "De verwerking van het radioactieve afval is geen technisch probleem. De technische oplossingen zijn reeds jaren bekend. Het is uitsluitend een politiek probleem of beter gezegd een probleem van de politiek". Rondom 1980 werd duidelijk, dat, mede als gevolg van (politieke) beperkingen op de onderzoekingen naar een definitieve oplossing voor de eindberging, een tussen oplossing voor een periode van 50 a 100 jaar voor de hand zou liggen. Ik was erg blij met de komst van de COVRA naar Zeeland. Goede mogelijkheden voor ervaringsuitwisseling. Korte communicatielijnen. Korte afstand voor het trans port van het laag- en middelradioactief afval. Uitwisseling van personeel. En ik steek het niet onder stoelen of banken: Zeeland was (en is nog steeds) een uitstekende provincie voor het bouwen van een volgende kernenergiecentrale. Elektriciteit is een prachtig exportartikel: prima werkgelegenheid, geen verkeerstoename, de infrastruc tuur is aanwezig. Een groenblauwe provincie en toch hoogwaardige en schone werk gelegenheid".

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2004 | | pagina 59