Een onvervulbaar verlangen A J S N E L Er waart een nieuw begeren rond in dit gewest. Jongens en meisjes die van bui ten Zeeland komen en alles al hebben, geven nu uitdrukking aan het verlangen het predikaat "Zeeuws" toegekend te krijgen. De Weledelgeleerde Heer W.T. van Gelder, Commissaris van de Koningin in Zeeland, kiest daarbij voor een dwingende opstelling. Hij vindt dat hij de eretitel na vele jaren inzet voor Zeeland wel verdiend heeft. Hij staat niet alleen met zijn wens. Dit voorjaar hoorde ik de Weledelgeleerde Vrouwe G.K.T. van der Giessen, Statenlid voor D66, licht vertwijfeld uitroepen dat zij al meer dan een jaar heel veel tijd en energie had gestoken in het boeten van een Zeeuws netwerk, maar dat ze zich nog steeds niet alom en ten volle geaccepteerd voelde. Ook zij jaagt op de loffe lijke bijvoeging 'Zeeuwse'. Da gae noga. Ofwel, dat gaat dat natuurlijk niet. Je kunt wel jarenlang in Antarctica rondhobbelen, maar daarmee word je nog geen pinguïn. Zo leidt een langdurig verblijf in dit gewest al evenmin tot de verstrekking van een Zeeuws paspoort, hoezeer iemand zich ook inspant. En wie zichzelf verheft tot de vurig gewenste status, maakt helemaal geen schijn van kans. Hij mist namelijk de voor Zeeuwen kenmerkende bescheidenheid en kan zelfs niet meer per vergissing ingeschreven worden in het Grote Boek waarin de echte Zeeuwen allemaal zijn opgetekend. Zeeuw, dat ben je of je bent het niet. Ikzelf ben het niet en dat mag ik dan jammer vinden, maar je moet geen dingen nastreven die bij voorbaat tot mislukken gedoemd zijn. Beter dan Zeeuw te willen worden, is het zich te verdiepen in de vraag of er een Zeeuwse identiteit bestaat en zo ja, hoe die dan kan worden gedefinieerd. Het verzet de zinnen je af en toe met diepe levensvragen bezig te houden en als je goed je best doet, vind je de antwoorden. Ik zal die onmiddellijk leveren. Ja: er is iets Zeeuws eigens. En nee: de identiteit kan niet van een sluitende begripsbepaling worden voor zien. Er zijn wél kenmerken aan te wijzen en voorvallen te vermelden waarmee iets valt duidelijk te maken over de Zeeuwse identiteit. Ik zal daartoe een poging doen. Om te beginnen is een aardig trekje van de Zeeuwen dat ze zich haast nergens op laten voorstaan en waarschijnlijk komt daaruit voort dat ze geen behoefte voelen om aan mensen die van buiten de provincie komen iets op te leggen. De eerste inburge- ringscursus moet nog gegeven worden. Van de Zeeuwen hoef je bij vestiging alhier helemaal niet netjes te leren zeggen dat je joekte an je grope 'eit. Je hoeft de kracht- 63

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2004 | | pagina 65