EEN EEUW OP GELUIDSBAND
Vandaar mijn oproep eind oktober '99, waaruit een paar fragmenten:
'Laten we erkennen dat het kijken naar het verleden vanuit verschillende gezichtshoe
ken een heter inzicht kan geven in de sociale processen die plaatsvonden. Erkennen dat
je zo antwoord kunt krijgen op vragen die te maken hebben met de morele component
in de samenleving, met de 'normen en waarden' toch weer zo actueel in onze tijd).
Wil je daar iets over te weten komen dan heb je onvoldoende aan de vaak droge offi
ciële geschiedschrijving. Dan heb je ook de getuigenis van doodgewone mensen nodig. (-)
De 20ste eeuw biedt ons de kans om ons nageslacht een beter, een completer beeld
over te leveren dan de voorgaande. Wij kunnen getuigenissen op band opnemen of
zelfs audiovisueel registreren. Wij hebben de middelen die ze in vroeger eeuwen niet
hadden. Wij kunnen waar maken dat de 20ste eeuw inderdaad de eeuw is van de mense
lijke maat; de eeuw waarin het leven van gewone stervelingen ook bijzonder is. (-)
De ooggetuigen moeten de kans krijgen hun verhaal te vertellen. Niet alleen verhalen
over hoogtepunten, maar over het dagelijks leven in de 20ste eeuw, over het gezin, de
straat, de onderlinge verhoudingen, het informele circuit... Waar is de man (of vrouw
of de organisatie of de overheid) die het voortouw neemt voor zo'n oral history pro
ject? En wie maakt het financieel mogelijk om ons nageslacht het verhaal na te laten
van de 20ste eeuw, zoals hij werd beleefd door de gewone Zeeuw?
Zo eindigde mijn lezing in Zierikzee. Ik was amper uitgesproken of mensen van het
Zeeuws Archief en het ZDC kwamen op me af. Er werd een afspraak gemaakt om
eens om de tafel te gaan zitten. Dat gebeurde begin 2000. Op die bijeenkomst waren
ook mensen van Omroep Zeeland en uitgever Jan Bruins van de Koperen Tuin pre
sent. Dat er geld beschikbaar zou komen om het project professioneel (dat wil zeggen
met betaalde beroepsinterviewers) af te ronden, was ondenkbaar. Dus was het duide
lijk dat als we snel veel verhalen wilden verzamelen er een nieuw beroep gedaan zou
moeten worden op vrijwilligers. Het probleem daarbij was dus om vrijwilligers gemo
tiveerd te houden.
De hoop en verwachting was dat een samenwerkingsverband met de regionale
omroep plus het uitzicht op een publicatie demotivatie zouden kunnen voorkomen.
Omroep Zeeland zag een wekelijkse uitzending van verhalen van ooggetuigen wel
zitten. De uitgever was ook wel geïnteresseerd, maar deed nog geen toezeggingen.
Besloten werd om te beginnen met het opstellen van een leemtelijst zodat we enig
zicht kregen op de (beroeps)groepen en gebeurtenissen die nog niet of onvoldoende
op geluidsband waren vastgelegd. Het werd een behoorlijk lange üjst. Ondanks al die
al gemaakte interviews zouden er nog veel nieuwe gemaakt moeten worden. Maar als
het lukte zou Zeeland de eerste (en wie weet enige) provincie zijn met een compleet
en hoorbaar verhaal over alle aspecten van de 20ste eeuw.
Er kwam een verhaaltje in de regionale pers en dat had verrassende gevolgen: niet
minder dan zeventig vrijwilligers meldden zich aan. Op een kennismakingsbijeen
komst bleek dat de gemiddelde leeftijd verrassend laag was (althans voor geschiede
nisprojecten), want nog geen 50 jaar. Natuurlijk viel er een aantal af en helaas waren
enkele delen van de provincie slecht vertegenwoordigd. Maar de mogelijkheid om de
leemtelijst snel aan te vullen, was nu wel aanwezig.
Maar daarmee waren we er nog niet. Een laatste probleem vormden de financiën,
want al hadden zich dan voldoende vrijwilligers aangemeld, voor deze vorm van
geschiedschrijving zijn wel recorders en geluidsdragers nodig, er moeten reiskosten
83