Koninklijke Maatschap xDe Wilhelminapolder' slaat met Jan Paul van Hoven piketpalen naar de toekomst Ruimte, vooral ruimte KEES BOS Tussen Kattendijke en Wolphaartsdijk, groots en weids, de laatste jaren wat opgeschoven naar het westen: het boerenland van de Wilhelminapolder. Domein van koopmansgeest en agrarische innovatie, verenigd in een koninklijke maat schap. Ontstaan in 1809 als geldbelegging van 24 vooral Rotterdamse investeer ders, die op een veiling in het Oude-Zijds Heerenlogement te Amsterdam de schorren van Goenje, Hongersdijk en de Mosselbank kochten om ze in één bedijking in te polderen en na drooglegging het land met winst te verkopen. Het zou de Lodewijkpolder worden, naar de destijds heersende Frans-Neder landse koning Lodewijk Napoleon. Om Bonaparte te behagen is zelfs de naam 'Napoleonspolder' overwogen, een aardige indicatie voor de politieke realiteits zin van de toenmalige eigenaren. Het liep anders. De kostenraming werd aan zienlijk overschreden door tegenslagen hij de verplichte bouw van het Goese Sas, door dijkvallen en door de gevolgen van wisselingen in de staatkundige constel latie. Tot overmaat van ramp waren de te verw achten inkomsten uit verkoop van de grond in 1813-1814 veel lager dan men zich in 1809 had voorgespiegeld. Een naamwisseling van de polder van Lodewijk naar die van Wilhelmina, dat is naar Frederika Louisa Wilhelmina van Pruisen (1774-1837), de echtgenote van onze koning Willem I, bevestigde de politieke flexibiliteit van de bew indvoerders en moest een lucratiever periode inluiden. In praktische zin bedachten ze eerst maar wat geld terug te verdienen door het land in eigen beheer te exploiteren en betere tijden af te wachten. Het is nooit meer anders geworden. Lodewijk is vergeten. Wilhelmina geeft naam aan een groot boerenbedrijf, dat in zijn geschiedenis model staat voor agrarische en agrarisch-technologische vernieu wingen. Steeds in een sterke band met 'Wageningen'. Sinds 1996 heeft Jan Paul van Hoven als directeur de regie. Hij geeft richting aan de innovatie. Duurzaamheid is het doel, precisielandbouw een middel. Jan Paul van Hoven, een forse vijftiger. Hij houdt van dit land. Grote kavels. Ruimte, vooral ruimte. Geaccentueerd door grote boerenschuren, een paar stroken met voor malige landarbeiderswoningen - de Blauwewijk, de Roodewijk - en het doip. Aan de noordrand strakke, nieuwe zeedijken, elders, voornamelijk in het zuiden, oude dijken - door de tijd getekende dromers en slapers, hun kruinen soms beplant met populieren, ook essen en met knotwilgen aan de voet. Altijd grandioze uitzichten. De grond, het

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2004 | | pagina 11