Het gaat niet goed INNOVATION ISLAND Schouwen-Duiveland. Een mooi eiland, centraal gelegen in de Delta. 35.000 inwoners in de winter, een veelvoud hiervan in de zomer, Rotterdam en Antwerpen op steenworp afstand. Een prachtige Noordzeekust met brede stranden, een kustlijn grenzend aan de Grevelingen en aan het Nationaal Park de Oosterschelde. Een keur aan schilderachtige, historische plaatsjes: Dreischor. Brouwershaven, Zonnemaire en natuurlijk Zierikzee. de hoofd stad van het eiland. Een eiland met een zodanig woon- en leefklimaat dat de bevolking er de afgelopen jaren tegen de verdrukking in gegroeid lijkt te zijn. Een eiland met zoveel kwaliteiten, dat alles er wel op rolletjes moet lopen. De schijn bedriegt echter, hoezeer ook het mooie weer en de schilderachtige ambiance van Slot Moermond de harde werkelijkheid probeert te verzachten. Want het gaat slecht op Schouwen-Duiveland. Op het eerste gezicht lijkt er niets mis: 3.000 bedrijven en instellingen zijn op het eiland gevestigd, die samen voor ruim 14.000 banen zorgen. Maar van de economische groei in de tweede helft van de jaren negentig blijkt het eiland slechts in zeer beperk te mate geprofiteerd te hebben. Daar waar gemiddeld over Nederland het aantal bedrijfsvestigingen steeg met veertien procent, moest Schouwen- Duiveland genoegen nemen met een mager groeipercentage van twee pro cent. Inmiddels is er zelfs sprake van een krimpende economie. Joost Douma, projectleider Innovatieve Acties van de Taskforce Zeeland en dag voorzitter van het werkatelier heeft de laatste cijfers paraat: 'het jaar 2004 heeft een verlies van 350 banen op het eiland opgeleverd.' De betekenis van de landbouw en de visserij, van oudsher belangrijke pijlers onder de regiona le economie, stond al enkele jaren onder druk. Maar daar zijn nu de indus triële, bouwnijverheid- en transportsector bijgekomen. Ook een deel van de Beste „„„.ttisclteperife* oonv°v'"c';KJ,r"'',!>V»O0n t land \\VA'<Ar /\V'AK tcV"? -r'" W -VI" Vf rfS'Ai» 173

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2005 | | pagina 175