Bèr Kemps
Andere tijden
Met Bèr Kemps wordt opnieuw een pionier aangetrokken, maar in andere
zin. Bèr loopt al tegen de vijftig als hij bij Van der Straaten binnenkomt.
Heeft dan een internationale carrière achter zich bij Ballast Nedam, Vissers
Wegenbouw Drunen/Maastricht, Hollandse Wegenbouw Zanen, onderdeel
van HBG en via HBG bij een dochteronderneming Bitumarin. Deze werkte
onder andere voor DOS-bouw en zo was Bèr met asfalttechniek in de water
bouw betrokken bij de bouw van de Stormvloedkering, met name bij de
dammen ter weerszijden van de Roompotsluis. Voor Bitumarin werkt hij in
Engeland en Duitsland. Bij een afslankingsproces van Bitumarin wordt hij
door het Noorse bedrijf Hesselberg aangetrokken om voor de internationale
markt een waterbouw-asfalttak op te zetten. Dat resulteert in het Nederlands-
Engelse bedrijf Hesselberg Hydro, dat hij samen met een collega uit de
Bitumarintijd runt. Hij is dan een wereldwijde specialist in asfaltkerntoepas-
singen. Later vindt hij de waterbouwasfalttechnieken toch té specialistisch
en mist hij de dynamiek van een algemene aannemerij. Hij zoekt en vindt in
1993 bij Van der Straaten een eindbestemming. Per 1 januari 1994 wordt hij
er tot directeur benoemd.
Als je aan Bèr vraagt wat er nu zo aantrekkelijk is aan Van der Straaten, bij
voorbeeld in vergelijking met de grote ondernemingen, waar hij eerder voor
werkte, zegt hij: 'In een kleine kroeg kun je ook dronken worden en het is er
meestal gezelliger'. Het is een Limburgs-Brabantse uitdrukking om de voor
delen van een zekere kleinschaligheid onder woorden te brengen. Past ook
wel bij Hansweert, maar dan eigenlijk bij het oude Hansweert. 'Je staat bij
Van der Straaten voortdurend tussen je mensen', is het Zeeuwse equivalent.
Bèr Kemps heeft weliswaar geen aandelen in het bedrijf, maar hij voelt er
zich niet minder verbonden mee dan zijn voorganger.
Zijn Janus van der Straaten en Jaap Legemate pioniers die de uitdagingen
van grote, ingewikkelde werken aangaan, bij Bèr Kemps ligt dat anders.
Maar de tijd is ook anders. In deze laatste periode in de honderdjarige
geschiedenis van het bedrijf verandert de wereld van de aannemerij.
Geleidelijk, maar onherroepelijk. Meer Nederlandse en Europese regels.
Geluid, stof, ruimte, bezwaarprocedures, certificering. De bureaucratisering
lijkt sterk toegenomen en vraagt om een antwoord. Hand in hand hiermee
leiden privatisering en bezuinigingen tot een weglekken van kennis bij de
opdrachtgevers. Kon je vroeger als aannemer een werk in opdracht van
Rijkswaterstaat uitvoeren, dan maakte deze zelf het bestek en controleerde
de uitvoering. Hetzelfde geldt voor diensten van gemeentewerken. Zo kon
het ontbreken van de schoorpalen in het geval van de aanlandingsinrichting
in Breskens in de jaren vijftig op het conto van Rijkswaterstaat zelf geschre-
29