HEmpwm Vroeger en later SCHILDER JOHNNY BEERENS Boven: Dripping, 2003-2004 Aquarel op diverse soorten aquarelpapier waaronder zelfgeschept aquarelpapier vermengd met nylon draad van aangespoelde visnetten, zelfgemarmerd aquarel papier, gelijmd op doek, gespannen over paneel, 139 x 198 cm. Onder: Terra di siena, 2003-2004 Aquarel op diverse soorten aquarelpapier waaronder zelfgeschept aquarelpapier vermengd met schelpen, schelpen gruis, vulkanisch zand en nylondraad van aange spoelde visnetten, gelijmd op doek, gespannen over paneel. De luchtpartij bestaat uit een verguld- grond met bladgoud van Die Sphinx; dubbeltoren goud met platina 23,75 karaat, 142 x 242 cm. iets nieuws. Het schilderij is nooit een afbeelding, maar een nieuw object. Fragmenten van mijn werk, details, zijn als het ware een abstract materie schilderij. Maar dat is niet genoeg, het moet ingepast worden in een groter geheel. De laatste jaren is het licht er heel bewust ingekomen, hard licht, met spiegelingen en effecten. Aanvankelijk was ik erg bezig met landschappen, echte landschapsschilderij en en daarna heb ik veel portretten gemaakt, ook van mensen uit de streek. Daarna kwamen andere dingen, die vissen en zo. Het was niet zo dat ik direct mijn onderwerpen en mijn thema's had. Dat is geleidelijk vanuit het schilderen zelf gegroeid. Ik weet absoluut niet welke kant het opgaat. Een paar jaar geleden was het ondenkbaar dat ik in lagen triplex zou werken om het beeld te versterken. Maar het is organisch gegroeid. Een paar dagen na onze eerste ontmoeting. De schilder is in zijn verleden gedoken. Bij zijn ouders heeft hij een landschapschilderij opgehaald: een gezicht op de kreken ten zuiden van Oostburg. Krachtig en met scherpe con touren, een landschappelijk beeld in de oude traditie, mooi. een prachtige lucht, spiegeling in het water van de kreek, witte huizen aan een landweg, doorgewerkte rietzomen. We duiken in de opslagplaats. Uit de rekken komt oud werk, onafgemaakte dingen, ontwerpen voor de vele opdrachten, ook voor opdrachten die niet zijn gerealiseerd. Figuurstudies, een naakt in een landschap, opgezet en weggelegd. In het grote atelier liggen de foto's klaar, weinig systematisch opgeborgen. 'Van dat vroegere werk zou ik ook wel eens een keer een overzicht moeten maken, maar daar kom ik niet aan toe. Er is nog zo veel te doen, en als je begint, werk je maar en ga je echt niet je werk documenteren.Hij laat me de afbeeldingen zien van portretten die hij heeft gemaakt. Figuren ten voeten uit, een zwarte danseres tegen een achtergrond van rode gordijnen, een oude man, een scharrelaar, een zwerver. Indrukwekkend, scheip. Je ziet de invloed van magisch-realisten en er is in dat vroegere werk een zekere nei ging tot een zeker gedempt surrealisme, in het landschap en de dreigende luchten, in de gesloten geheimzinnigheid van de figuren. Die trek is tot in het huidige werk aanwezig. Nu door het opbouwen van een beeld, door de uitvergroting van de details, door de precieze schildering, gaat er een geheimzinnige, bijna magische kracht van uit. Door wat hij nu noemt de verdichting. En passant spreken we over het belang van titels. 'Over de titels heb ik vaak dubbele gevoelens. Aan de ene kant stuur je de kijker een rich ting op, aan de andere kant zou ik liever nummers geven. Een titel als "Landschap" vind ik niet goed, zonder titels kan het ook niet. Je maakt het bespreekbaar door het object met een titel te onderscheiden. Maar ik veran der ze soms. 52

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2005 | | pagina 54