Niet de enige
het kunnen dan kan ik het zelf ook. Met toestemming van mijn baas ben ik
toen in een hoekje van het laboratorium en ook thuis in een vijvertje begonnen
met zagers te kweken. Een jaar later deed ik al een grootschaliger proef van
vierhonderd vierkante meter in Vlissingen langs het Kanaal door Walcheren.
Maar ja, als er dan in 1984 een winter komt met een elfstedentocht dan snap
je wel dat al mijn zagers doodvroren. We hadden nog net kans gezien om
vijftig kilo zagers te verkopen. We hadden achthonderd gulden te verdelen.
Met vrienden hebben we het allemaal opgegeten in restaurant Katseveer.
Toch maakte ik in 1985 samen met een collega een echte start met het
bedrijf Aquafarms in Aagtekerke. We investeerden drieënhalve ton in
guldens en startten met één hectare. Laat er nou de winter daarop wéér een
elfstedentocht zijn. Heerlijk, schaatsen op het Veerse Meer, maar tachtig
procent van onze zagers vroor weer dood. Toen hadden we de keus; failliet
gaan of plankgas geven. Het werd dat laatste. We namen ontslag bij Rijks
waterstaat en gingen er tegenaan.'
Zo midden jaren tachtig waren er meer Zeeuwen die wel brood zagen in de
zagerkwekerij. Er waren twee initiatieven in Zierikzee en een in Bruinisse.
Alle initiatieven sneuvelden binnen twee tot drie jaar.
'Wij zijn meteen buiten begonnen, in de openlucht. Ik weet nog wel dat het
bedrijf in Bruinisse één miljoen gulden investeerde in duizend vierkante
meter overdekt teeltoppervlak. Wij hadden voor drieënhalve ton zesduizend
vierkante meter, maar wel in de openlucht. Dat scheelt qua kosten een factor
achttien. Ik was in het begin heel goed van vertrouwen en deelde alle kennis
met het personeel, maar in Aagtekerke had ik al een medewerker die de