'Ik kan je melden dat structurele subsidiëring niet echt bevorderlijk is voor innovatief denken', merkt Bert Meijering fijntjes op. 'Je wordt er lui van; je gaat er naai' leven.' Wat is nu het innovatieve aan het bedrijf van Bert Meijering? Ten eerste het feit dat het bestaat. Eén van de drie op de hele wereld. De tweede kwekerij staat in Zuid-Wales en is een joint venture van een Welsh bedrijf en Topsy Baits. Van de drie kwekerijen is Topsy verreweg de grootste. Een tweede innovatie is dat al werkenderwijs het kweekproces niet alleen ontdekt, maar ook geoptimaliseerd werd. 'Wij maken optimaal gebruik van het gedrag van de zager om het teeltproces te verbeteren. Wij dwingen de zager niet in ons teeltproces; wij passen ons aan het dier aan. Een "happy" zager groeit goed en wordt niet ziek. Elke "houder" van dieren, of het nu varkens, kippen, hermelijnen of zagers zijn, is doodsbang voor zogenaamde houderijziektes. Zoveel dieren op een zo klein oppervlak, dat is vragen om ziektes en infecties. Alleen door de zagers onder optimale omstandigheden te houden, voorkom je houderijziektes. Gelukkig produceren zagers een natuurlijk antibioticum. Door dat aan de wanden van hun gangen te smeren voorkomen ze bacteriële afbraak en storten die niet in. Ook zijn de kweek vijvers brandschoon, omdat de zagers alle wieren, algjes en andere organis men maar al te graag opeten. Topsy Baits is vrij van houderijziektes.' Een derde veld van innovatie is de technologie die erbij komt kijken. Bert Meijering is een Willie Wortel in het kwadraat. Er is veel technische en biologische creativiteit nodig om alle problemen, die overigens nog steeds opdoen, op te lossen. Hij weet vanuit het kweekproces precies wat voor apparatuur hij nodig heeft, maar kan het technische personeel het vervolgens ook nog maken? Een scheidingswandje in het midden van de vijvers maakt

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2005 | | pagina 66