het mogelijk het water continu rond te pompen. Dat is nodig vanwege de beluchting en de langzame circulatie van water door de vijver. In het begin werd het water met propellers rondgepompt. De zagers kwamen er keurig in mootjes gehakt aan de andere kant weer uit. Dus bedacht Bert Meijering een horizontaal ronddraaiende cilinder van een paar meter lang en vijftig centi meter in diameter. Daarop borstels (of stripjes van kunststof) die het water rustig rondpompen en de zagers die zwemmen niet beschadigen. Als op die cilinder allerlei wieren gaan groeien, bedenkt Bert een dakje erboven. In het donker groeien wieren immers niet. Voorheen kostte het vier mandagen per maand om de borstelpompen te reinigen met een hogedrukspuit. Vroeger was het voeren handwerk, dat zes man een aantal uren per dag kostte. Nu rijdt er in anderhalf uur een trekker door de hele zagerkwekerij. Daarachter een soort kunstmeststrooier die zo is afgesteld dat hij het voer precies in de kweekbassins mikt en niet op het randje of ernaast. De zagers zelf zijn ook nog niet zo stom. Zodra ze de trilling van de trekker voelen, komen ze al uit de grond voor het eten. De oogstmachine is helemaal een toonbeeld van vernuft. De bodem inclusief de zagers wordt losgespoten en opgezogen. Het geheel komt in een rond draaiende trommel met gaatjes terecht. De zagers blijven achter, de grond verdwijnt weer door de gaatjes. Een lier op waterkracht trekt de machine langzaam door de vijver. 'Ik ga altijd naar beurzen, ook buiten het vakgebied om ideeën op te doen. En ja innoveren dat vind ik wel leuk', zegt Bert Meijering droogjes. Misschien zit de grootste innovatie wel in de vorm waarin en de manier waarop de zagers op de markt worden gebracht.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2005 | | pagina 67