Collegiaal
Dat Wim de laatste jaren als commissaris steeds meer van zijn gaven heeft kunnen
benutten, is te danken aan de wijzingen in het college. De oude bestuurders, die
kenmerkend waren voor de geslotenheid van Zeeland, maakten plaats voor nieu
we bestuurders die wat meer de moeite namen om over de dijk te kijken. Het tij
is gekeerd in de bestuurlijke veste. In 2003 stapten vier van de zes gedeputeerden
op. Er kwam een geheel andere sfeer in het dagelijks provinciebestuur. De nieuwe
bestuurders zijn veel minder dominant en zoeken meer de samenwerking dan de
confrontatie. Dat biedt de commissaris ruimte voor deelname aan de discussies.
Bovendien wordt zijn inbreng op prijs gesteld.
Wim: 'Ik heb nog nooit zo'n verandering meegemaakt in de 25 jaar dat ik in de
provinciale politiek zit. Het nieuwe college heeft een heel andere stijl van bestu
ren. De nieuwe stijl is collegiaal, open, transparant, extern-gericht. We zijn een
communicatieve provincie geworden, zo ervaar ik het. Het college voert nu open
discussies. We durven ook onze twijfels te uiten. Dat gebeurde voorheen niet.
Vergaderingen duurden onder het vorige college soms maar een half uur. Ik voelde
me net een veilingmeester, die de vergaderpunten afhamerde. Nu duren de verga
deringen veel langer. Er wordt gediscussieerd en er zijn themabijeenkomsten.' Hij
stelt vast dat het tot betere standpunten leidt, die bovendien door het hele college
gedragen worden. Hij herinnert zich nog het beleid van de provincie over de be
jaardenoorden. Toenmalig gedeputeerde Alex Dijkwel kreeg veel weerstand. In het
college was het plan zonder discussie vastgesteld. Maar omdat het standpunt niet
door het volledige college uitgediscusieerd was en dus niet inhoudelijke gedragen
werd, stond Dijkwel er uiteindelijk alleen voor. Wim: 'Ik moest Dijkwel, die ziek
geworden was, vervangen op een protestbijeenkomst in de Zeelandhallen. Ik heb
nog nooit zoveel boze Zeeuwen bij elkaar gezien. Dat het toch een noodzakelijk
beleid was, leert de dagelijkse praktijk.'
En nu? 'Nu stelt het college mijn inbreng wel op prijs. Als voorzitter van het Col
lege van Gedeputeerde Staten moet ik, binnen de discussies die worden gevoerd,
zoeken naar de gemeenschappelijke standpunten. Mijn rol als voorzitter is dus
ook veranderd. Met dit college heb ik het gevoel een nieuwe baan te hebben
gekregen.'
Het komt niet alleen door de veranderde verhoudingen met de gedeputeerden. De
nieuwe relatie met de leden van Provinciale Staten draagt daar evenzeer aan bij.
Door het dualisme is zijn voorzittersrol 'enerverender' geworden, vindt de com
missaris. 'Die vraagt meer energie. De vergaderingen zijn levendiger en langer.
Er zijn veel meer interrupties, initiatiefvoorstellen, moties, vragen. Daarom is ook
spreektijd ingevoerd, zodat ze zich meer op de hoofdlijnen concentreren. Als een
vergadering drie dagdelen duurt, is het soms lastig alert te blijven. Anderzijds be
trap ik mezelf erop dat ik, door die verlevendiging van de debatten, meer luister.
In de vorige periode waren de debatten voorspelbaar, het leken soms wel stem
verklaringen.'