Vara
procesindustrieën met hoogwaardige glastuinbouw kunnen onderling stromen
van energie, C02, water en andere producten of reststoffen uitgewisseld worden.
Dat is efficiënt; het is ook duurzaam. Er wordt gesproken van het Agribusiness
Cluster. Daarmee krijgen van oorsprong agrarische polders in Zeeuws-Vlaanderen
als 'greenport' internationale betekenis. Je zou daarom gerust van de Terneuzense
biotech-polders kunnen spreken.
Er zijn aanwezige betrokken hoofdrolspelers en er zijn geplande bedrijfsactiviteiten
die in het plaatje passen. En als dat een keer rond is, wordt het ook voor andere
bedrijven aantrekkelijk om aan te schuiven. Laten we eerst eens gaan kijken naar
de huidige bedrijven die een rol in het cluster zullen of kunnen spelen.
Een van de hoofdrolspelers is Yara. Het is kort door de bocht de opvolger van de in
1929 opgerichte kunstmestfabriek in Sluiskil. Het begon als een dochterbedrijf van
een Italiaanse moeder onder de naam 'La Compagnie Néerlandaise de l'Azóte'. In
1964 werd de naam vertaald in het Nederlands: Nederlandse Stikstof Maatschap
pij (NSM). In 1979 kwam het in de Noorse handen van Norsk Hydro en vanaf 1989
stond het bedrijf bekend als Hydro Agri Sluiskil. Twee jaar geleden, in 2004, is de
naam veranderd in Yara Sluiskil.
Yara is een buitengewoon geavanceerd, modern bedrijf met verschillende pro
ductie-units en een eigen energiecentrale. Uit aardgas, lucht, water en minerale
delfstoffen als dolomiet en kalksteen maakt Yara hoogwaardige kwaliteitsproduc
ten voor de landbouw (kunstmeststoffen) en voor de voedingsmiddelenindustrie
(C02 voor onder andere frisdranken en ijs). Een belangrijk nieuw product is AdBlue
(een ureumoplossing) dat wordt toegevoegd aan de afgassen van vrachtauto's en
energiecentrales om de NOx-uitstoot te verminderen. De producten van Yara vin
den per schip, trein of vrachtwagen hun bestemmingen over heel de wereld, met
de nadruk op West-Europa. In het concept van Agribusiness Cluster is Yara vooral
beoogd leverancier van C02 en restwarmte voor de glastuinbouw.