De Hoge Ardennen Het was zwakke avondmuziek maar de knaap die het speelde, aan de hand van Sodoma een Sebastiaantje op de groei. Bij het raam hervond hij onder het wankelen van de klanken wat verwaaid, verweerd, verdaan leek: de blauwfluwelen jongen een eeuwigheid geleden, tussen bergkastelen met bronzen herten en krakende salons, de schallende lach van de jongste boswachter in zijn fonkelnieuwe jeep, verder hoger sneller naar vergeten. Het was zwakke avondmuziek die stokte, afbrak met een lach toen hij zijn pijlen schoot, onverzoenlijk, schennend.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2006 | | pagina 123