'Er zijn ongetwijfeld plekjes in Zeeland die ik niet ken. Er zijn er ook veel die ik wel ken. Wie zal het al kennen, hè? Alles weten maakt niet gelukkig, zeggen ze wel eens. In mijn vak moet je zoveel mogelijk dingen van binnenuit gezien hebben, dat vind ik wel. Anders kijk je zo van de buitenkant tegen de wereld aan. Ik heb de indruk dat het snel achteruitgaat met de kennis van Zeeland. Je ziet het op zo'n redactie ook. Als je van buiten komt moet je wel proberen om hier snel thuis te raken. Menen dat je het allemaal beter weet is een heel slechte methodiek is vaak gebleken. Mijn oma zou zeggen: die zal hier niet veel maten zout eten. Je moet ook de ruimte en de tijd nemen om de zaken eens even aan te zien, voordat je komt tot gebeeldhouwde uitspraken.' Oosterschelde. 'Zo wordt de beschouwelijkheid, die er in het algemeen gelükkig nog is, door mensen die oorspronkelijk niet van hier zijn, wel eens te veel gezien als een ver klaring voor een zeker gebrek aan tempo. Ik vind dat niet zo onaangenaam, dat gebrek aan tempo. We moesten vroeger alles doen met een bootje, dus dan had je - een geschenk van de natuur - veel bedenktijd tussen de eilanden. Om die nu in te vullen met onverhoedse streken, daar schiet je natuurlijk weinig mee op. Hoe heet dat ook weer, bezint eer gij begint? Dat vind ik een eigenschap die mij wel aantrekt hier. Dat klinkt erg moralistisch, ja. Het zij zo. Nog moralistischer is het om, niet wetend waar het precies over gaat, ergens binnen te vallen en te zeggen: vanaf heden gaat het zo. Waarna het tempo wordt opgeschroefd alsof het tempo op zich een deugd of een factor op zichzelf zou zijn. In noodgevallen is het dat, ja. Kan het dat zijn.'

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2006 | | pagina 127