'Alles in die tijd was anders. Leertouwer schreef z'n hoofdartikelen nog met de kroontjespen. De introductie van de elektrische schrijfmachine, dat was een revo lutie. Er waren zelfs mensen die weigerden haar te gebruiken! Geen kleur, hou ten letters als er echt iets bijzonders moest worden aangebracht en de rest ging dan al in lood. Volgens sommigen werkelijk het toppunt van modernisme. Dan ging je over op droge opmaak en dan uiteindelijk de fotografie. Dat zijn allemaal enorme ontwikkelingen geweest. Toen ik aantrad, in 1965, was ik de zeventiende Andreas Oosthoek, Hans Verhagen, Willem Leertouwer. Britannia, Vlissingen, 1965. redacteur en samen maakten we die hele krant. Je deed zowel bureaudiensten als verslaggeverij, ook al had je die aanwijzing voor kunst. Het was meegenomen dat je dat erbij deed, bij wijze van spreken. We vlogen van hot naar her. Tussen de bedrijven door werd ik ook nog uitgeleend aan de Regionale Dagblad Pers in Den Haag, goed voor 14 kranten. Daar deed ik de grote tentoonstellingen voor: de Biënnale Venetië, Documenta Kassei. Zo ging dat. Je leefde met je vak en je vak was je leven.'

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2006 | | pagina 129