'Café La Palette, 43 rue de Seine. Onlangs was ik met Yuri in Parijs en ik zeg: ik ga even een glaasje wijn drinken op de ouwe stek. Daar zat de Nederlandse kolonie altijd - de correspondenten van de grotere kranten - de Cobramensen, de Vijfti gers. Weg mevrouw! Zat er een of andere onbenullige galerie. Je weet wel: veel wit en zwart en daartussen niks. Modern, modieus, niks te zien dus, niks te bele ven en m'n café weg. Dat was een instituut daar! De hele hoek van de boulevard Raspail naar de rue Campagne Première, alle schildersateliers weg. Daar staat nu glas in beton. Het is toch een aanslag op alles wat er is. Montmartre was vroeger een gewone buurt. Nu worden de hele tijd de kleren van je lijf gerukt door figuren die je naar binnen moeten zien te werken. Slechte wijn wordt er geschonken, 't is niks meer. Daar moet je het niet voor doen, een tour de nostalgie, daar moet je het echt niet voor doen. Librairie La Hune, dat is dé boekhandel tussen Les Deux Magots en Café de Flore op de boulevard Saint-Germain - ik heb er als jongen nog gewerkt voor een appel en een ei. Lees ik enige tijd geleden in Le Figaro Littéraire dat La Hune met sluiting wordt bedreigd. Daar heb ik dan toch een misselijke dag over als ik zoiets lees. Het is gered van de strop, maar nochtans, ik had er een kwaaie dag over.'

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2006 | | pagina 135