'M'n leven lang heb ik notities gemaakt. Ik ben ze ook weer kwijt geraakt: Fliegen- de Blatter. Wat ik heb, over Parijs enzo met de jochies, probeer ik nog eens af te ronden een keer. Het is misschien niet een heel opwekkend boek, maar allez. Eerst moet ik echt wat wegwerken. De Nijhoff-biografie bijvoorbeeld, het wordt nu tijd dat ik daar eens iets méér aan doe. Dat drukt een beetje op me. Als ik eenmaal zit vind ik het fantastisch om te doen, schrijven is altijd zo'n eerste natuur van mij ge weest. Maar ik zie er tegenop, dat heb ik altijd gehad. De laatste jaren is het er niet meer van gekomen. Een nadeel van de job zal ik maar zeggen. Op een gegeven moment moetje of afhaken of je partij meeblazen, er is geen tussenweg. Dat heb ik altijd wel gedacht. En ook onderschat moet ik eerlijk zeggen, zeer onderschat. Dan dacht ik: ik doe nog wel eens dit, ik doe nog wel eens dat.' 'Heel soms krijg ik ontzettend de pest in over het naakte feit dat mijn gedichten zijn blijven liggen. Van de andere kant ben ik ook wel gauw tevreden. Ik krijg wel eens brieven van mensen die aan 22 uitgevers in Nederland, Vlaanderen en Zuid-Afrika hun zwaarwichtige bundels hebben aangeboden om gepubliceerd te worden. Want dan ben je geslaagd in het leven. Daar heb ik nou nog nooit een seconde over nagedacht. Als je op die manier zo vast aan dat deel van het leven blijft hangen, dan zul je kwalijke dagen beleven. Er is geen vogel die z'n staart er voor licht. Laatst schreef ik een aantal regels op met m'n potloodje - het eeuwige potloodje zegt Yuri altijd - en ik denk: dat heb ik al eens opgeschreven. Waar zou dat nou uithangen? Dan zeg ik: I just wrote, ik heb het opgeschreven. Ik kom het wel ergens tegen als ik het tegen moét komen. Er gaat waarschijnlijk veel de vuil nisbak in op die manier - tot zegen van de mensheid.'

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2006 | | pagina 136