Ons Koninkrijk Ko: Indië was een grote vergissing. We hoorden niet in Indië, wij jongens van het Zeeuwse land. Het was een zinloze oorlog, die nu allang vergeten is. Eén keer per jaar komen we samen. Reünisten van een vergeten strijd. Wie herinnert zich dat verleden, óns verleden, wie gedenkt het nog? Behalve wij. Het was een vergeten en vergeefse oorlog. Leen: We hebben jaarlijks onze reünie, waar we elkaar allemaal weer zien. Die leeft nog, denk je dan, en die... en kijk die van Tholen is er nog, van Kats ook, Axel, IJzendijke. Allemaal Bataljon Zeeland. Niet kapot te krijgen. De doden, die zijn niet bij ons gevallen. Behalve Marinus. Ko: Het enige goede wat ik me herinner is de rust, het lopen op blote voeten over de stenen vloeren van de huizen... Als het rustig was. (zacht) Als we geen kampongs afbrandden. Copyrights: ZNF/Lexde Meester Leen: Later kregen wij het te verduren. Machtsmisbruik, verkrachting, brandstich ting, martelingen, excessen. Maar ik heb een schoon geweten. Ko: Het was de verveling. Ik heb het je altijd gezegd. Uit verveling gingen jullie rampokken, plunderen, brandschatten. Jullie rampokten er op los, wij niet. Leen: Zeg dat niet, want het is niet zo. Ko: Jullie joegen regens van geweerkogels door de bladeren. Leen: Man, jij was te week voor dat werk. Ko: Herinner je de reünie van vorig jaar? Niemand kon weten dat het de laatste van Tonnus zou zijn. Hij sloeg het ene kelkje na het andere naar binnen, maar praten... Ho maar! Ook al is dit een toneeltekst, het materiaal ervoor putte Kester Freriks uit de inter views die hij maakte met een aantal Zeeuwen die in Indië dienden. De reactie van de meesten van de oud-strijders, die het toneelstuk in de dorpshuizen zagen, was voorspelbaar: negatief en ontkennend ('Zo was het helemaal niet!'). Maar ze kon-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2006 | | pagina 157