flntarctica in de werksfeer, zoals het bestuur van de Rotterdam Maritime Group, een groep van aannemers die inschrijven op tenders van de Wereldbank. In dat kader wor den bijvoorbeeld kademuren in Jemen geïnspecteerd. Leen zit in het bestuur van de BZW (Brabants-Zeeuwse Werkgevers). Hij is zes jaar voorzitter geweest van de NADO (Nederlandse Associatie van Duikondernemingen) en zat in het bestuur van het NDC (Nederlands Duikcentrum). 'In 1985 begint het Deltaproject af te lopen en begon bij ons het afvloeien. Al onze mensen hadden een contract voor de duur van het Deltaproject. Ik kon prachtig het kaf van het koren scheiden.' Firma Noordhoek sleepte twee mooie contracten binnen, beide voor een jaar of vier. Het beheer onder water van de stormvloedkering, goed voor twee miljoen gulden per jaar en het beheer van de Zeelandbrug, goed voor één miljoen per jaar. De Zeelandbrug was ontworpen op de aanname dat de Oosterschelde uiteindelijk zoet zou worden. Maar het estuarium bleef zout en daar was de (beton)dekking van de wapening en de voorspankabels van de caissons waar de brug op rust niet op gedimensioneerd. Noordhoek inspecteerde die caissons maar repareerde ze ook. Dan was er ook nog een omzet van een half miljoen per jaar in zogenaamd werk op afroep, zeg maar kleine klusjes in de regio. Maar eind jaren tachtig wordt Noordhoek steeds actiever in de offshore, in eerste instantie op de zuidelijke Noordzee. Het gaat om inspectie van maar ook onder houd aan gas- en olieleidingen en platformen. Leen Noordhoek: 'Die offshore trok eind jaren tachtig lekker aan. We hadden daar in die tijd al een omzet van zo'n drie miljoen gulden in. En toen kwam er in 1992 weer een geschenk uit de hemel. Eigenlijk ben ik altijd wel een bofkont geweest. Er was een Argentijns schip, de Bahia Paraiso op de klippen gelopen in Antarctica. Er dreigde olie te gaan lekken uit het schip, wat in dat kwetsbare systeem met vogels en zeezoogdieren natuurlijk een milieuramp zou zijn geworden. Neder land had kennelijk redenen om goodwill te kweken richting Argentinië. Pronk van Ontwikkelingssamenwerking zat erachter. Dat ministerie had Wijsmuller in beeld. Dat bedrijf straalde uit dat zij "het wel even zouden doen", dus zonder openbare aanbesteding. Maar de klus kwam in Rijswijk terecht (Directie Noordzee van Rijks waterstaat; JH). En die zeiden: "niks ondershands gunnen, we gaan openbaar aanbesteden". Nou, wij wilden wel. Ik ging praten met dames van het Delta In stituut in Yerseke die op Antarctica biologisch onderzoek hadden gedaan. Ik wou precies weten wat voor weer je daar kon verwachten, wat de werkbare periode was en wat voor kleding je nodig had. Die hebben me erg geholpen. Ik sprak ook met een kapitein van Greenpeace die het gebied kent. Ik vroeg hem het hemd van z'n lijf. We hebben met vier man aan die offerte zitten schrijven. Maar het zat me op een of andere manier niet lekker. Ik nam het verhaal in het weekend mee naar huis. De risico's vond ik niet gering en ik wil niet zeggen dat ik onze prijs met een vork heb geschreven maar ik heb wel flink wat op onze prijs gedaan. Aan de an dere kant wilde ik die klus dolgraag hebben, ik voelde wel dat we onszelf hiermee flink in de kijker konden spelen. Tegenwoordig noemen we dat exposure.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2006 | | pagina 15