Van hoopvaardijofficier naar UJesterscheldeloods Maar dat vindt vader Roos toch te ver gaan. Hij ziet zijn zoon liever in de familie traditie de wereldzeeën bevaren. Hijzelf was ook zeeman voor hij bij de douane terechtkwam en bij Lobith de binnenvaartschepen ging controleren. Doeke zelf, die alle zomervakanties bij zijn grootouders op Terschelling doorbrengt en daar de verhalen over het zeemansleven gulzig in zich opzuigt, voelt ook veel meer voor dat avontuurlijke bestaan dan voor een God gewijd sober en ingekeerd leven. Dus wordt het de zeevaartschool. Zijn vader wil hem naar de prestigieuze 'kweekschool voor de zeevaart' in Amsterdam sturen, maar Doeke kiest voor Den Helder. Want daar woont een meisje, waar hij smoorverliefd op is. Met dat meisje als vrouw belandt hij in 1962 in Vlissingen. Vóór het zover is heeft hij tien jaar als stuurman bij de koopvaardij gevaren. Als hij van de zeevaartschool komt werkt hij eerst op de wilde vaart in het Atlantisch gebied. Maar eigenlijk wil hij bij een van de grote lijndiensten werken. Die kans Terschelling 1935. Opa, ouders, zusje, Doeke en een nichtje. krijgt hij als de sjieke Koninklijke Java China Pakketvaart Lijnen hem een contract aanbiedt: 'Maar dan moest ik wel voor drie jaar tekenen, want de standplaats was Hongkong. Dus drie jaar van huis. M'n moeder en m'n vriendin zagen het helemaal niet zitten. Ik heb dan ook serieus geaarzeld of ik wel zou gaan, maar ten slotte heb ik getekend. Vader bracht me naar de kade, gaf me een hand en zei: "Hou je taai, knul" en draaide zich vlug om. Die had het er ook moeilijk mee dat ik zolang weg zou zijn.' Maar het leven als koopvaardijofficier vergoedt veel: 'We waren daar met uitslui tend Europese officieren en een Chinese bemanning. We hadden een leven als een prins, waren gekleed in smetteloos witte uniformen en hadden elk onze eigen bediende. Je hoefde maar op een belletje te drukken en ze kwamen opdraven. We bevoeren van daaruit de hele wereld. Er bestond binnen de Maatschappij een lijndienst die begon in Yokohama, waarna we via Hongkong, Manilla en Maleisië naar Zuid-Afrika voeren. Daarna staken we de Atlantische Oceaan over om in Zuid-Amerika de havens van Rio de Janeiro, Montevideo en Buenos Aires aan te lopen. En dan weer retour. Zo'n reis duurde vier maanden.' Na drie jaar komt Doeke naar Nederland en tijdens het verlof trouwt hij met zijn

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2006 | | pagina 175