Logboek geven alsof we voor een wel heel mooi en bijzonder eiland langs varen. Op het laatste traject wordt de Vrouwe Suzanna met ruime wind langs Vlissingen gezeild. We bevinden ons nu op de Westerschelde met inmiddels opkomend water. De zuidwestenwind, samen met de vloed, zorgt voor lange golven. Voor de ingang van Vlissingen is een beetje te merken hoe goed de overhangende spiegel het doet. De golven lopen van achteren in op de spiegel, maar het schip blijft keurig op koers en ook de roerganger hoeft niet veel te doen. Even later draait het schip de voorhaven van Vlissingen binnen, richting de sluizen. We concluderen dat een zeilkotter een bewegelijk schip is, maar wel comfortabel. Het rustige zeegedrag en de goede bestuurbaarheid geeft een vertrouwd gevoel. De Vrouwe Suzanna loopt in 1929 van stapel in Zeebrugge. Gestart als de H 5 van L. Savets te Heist gaat het schip op 19-9-1930 over naar Marinus van Belzen uit Arnemuiden. De Vrouwe Suzanna is vernoemd naar mevrouw Suzanna van Belzen, de vrouw van de schipper, die als bijnaam 'Suus Maneschijn' had, omdat ze zo mooi was. Op 19 april 1943 wordt het schip gevorderd door de Duitse Wehr- macht en vaart het als D.62.K in Kiel bij de 'Nebeltragergruppe der 2e Marineab- teilung'. Aan het eind van de oorlog ligt ze afgezonken in Kiel. Ze wordt gelicht en in Delfzijl op 3-8-1946 teruggegeven aan Marinus van Belzen. Op 12-3-1950 formeel verkocht aan Jan van den Heuvel in Breskens. Dat doet hij om aan zijn aankoopplicht te voldoen en zo de schadevergoeding voor zijn tijdens de oorlog verloren gegane schip te kunnen incasseren. Al snel wordt het doorverkocht aan zijn schoonzoons Jannis de Koster, Jaap Pleite en Piet de Baare. Vanaf 27-11-1950 vaart het schip als BR 38 onder de naam 'NEJO', genoemd naar twee echtgenotes, Neeltje en Johanna. Vanaf 1959 gaat het schip verder als charterschip/woonschip richting Amsterdam. Hierover doen wilde verhalen de ronde. De nieuwe eigenaar zou het betaalde geld voor het schip weer teruggestolen hebben en kwam daar voor in het gevang, volgens de 85-jarige oud-schipper De Koster uit Breskens. Dit verhaal sluit in ieder geval aan bij dat van Sam Kaptein uit Edam. Die kocht het schip via een handelaar in Enkhuizen van de eigenaar die in de gevangenis zat. In Edam wordt vanaf 1972 het schip volledig gerenoveerd door Sam Kaptein. Nadien is er continu op gewoond, mee gereisd en licht mee gecharterd. De afgelopen acht jaar door de auteur van dit artikel.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2006 | | pagina 186