Stenen
geballoteerd worden. Als jongen vroeg ik mijn tekenleraar Klarenbeek op de HBS
in Middelburg of ik geen lid kon worden. Nee hoor, dat ging zomaar niet! Het
lukte pas toen ik in Wageningen ging studeren.'
Het Genootschap was destijds een elitaire club. 'De bekende Schouwse heem
kundige en kastelenkenner P. van Beveren kon eerst geen lid worden, die zou niet
voldoende niveau hebben', vertelt Trimpe Burger. 'Dat was wel schrijnend. An
derzijds ben ik wel een beetje conservatief en zie ook het goede van het systeem
in. Na afschaffing van de ballotage in 1981 dreigde het Genootschap een soort
Libelleclubje te worden waar iedereen zich bij kon aansluiten. Voordeel was toen
wel de toename van lezingen en publicaties.'
Tien jaar was Trimpe Burger bestuurslid en conservator archeologie van het
Zeeuws Genootschap. 'Ik had toen twee petten op, want ik was ook conservator
archeologie van het verzelfstandigde Zeeuws Museum. Dat gaf wel eens vreemde
toestanden. De vondsten van één opgraving of vindplaats werden soms verdeeld
over twee eigenaren: het Genootschap en het Zeeuws Museum.'
IrJ.A. Trimpe
Burger, zittend
in zijn planten
kas, 2006.
Tuinieren is
altijd een grote
liefde geweest.
Foto: Kees Bos.
Hoewel zijn belangstelling voor archeologie standhoudt tot vandaag de dag, eis
ten na Trimpe's pensionering oude en nieuwe passies veel aandacht op. 'Van onze
reizen naar Nieuw-Zeeland heb ik een massa stenen meegebracht', vertelt Jan
Trimpe, 'en die ben ik nu aan het bestuderen. Op m'n gemak, want mijn gezond
heid is slecht.' Een eufemisme: Jan Trimpe doorstond verschillende zeer ernstige
ziekten en is door de medische stand al eens opgegeven. Maar hij zit hier nog
steeds. Zijn oude dag, besluit hij, brengt hij ook eigenlijk liever door met andere
dingen dan met archeologie. Symbolisch voor die groeiende afstand was de ge
dwongen verhuizing in de jaren negentig van alle vondstendozen van Ouddorp op
Goeree, vol met Romeins materiaal, uit het Provinciaal Depot voor Bodemvondsten
aan de Balans in Middelburg naar Rotterdam. 'Het was nu eenmaal geen Zeeland
hè', sneert Jan Adriaan Trimpe Burger. 'Maar het was wél m'n mooiste opgraving.
Tjonge, wat was daar nog veel uit te halen.'