Een standbeeld De notaris en de dominee De Commissie 'Den grootsten held, den braafsten burger, den edelsten menschenvrlend, die ooit in eenig land het licht zag, werd in Vlissingen geboren, en zijn aandenken is door geen enkel opschrift, geene eenvoudige gedenkzuil in die stad vereerd!II' De drie uitroeptekens illustreren de verontwaardiging van de schrijver van het arti kel in de Vlissingsche Courant van 26 mei 1836. De verontwaardiging slaat echter om in hoop, want in hetzelfde stuk staat dat er plannen bestaan om voor Michiel de Ruyter, want daar heeft hij het over, een standbeeld op te richten. In een tijd dat het aankweken van nationaal besef gepaard ging met het oprich ten van standbeelden, kon een eerbetoon voor Michiel de Ruyter natuurlijk niet achterblijven. Vijf jaar later werd het standbeeld 'plechtig ontbloot'. Ruim vijf jaar eerder - in 1830 - werden de eerste plannen gesmeed. In 1829 had Brouwershaven voor zijn beroemdste inwoner, Jacob Cats, een pas send standbeeld bij de haven onthuld. Een van de initiatiefnemers was de predi kant Adriaan Uyttenhoven, een fervent uitdrager van het gedachtegoed van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen (afgekort:'t Nut). Zoon Dirk Uyttenhoven, ook al actief voor 't Nut en notaris in Vlissingen, werd bij elk bezoek aan zijn va der met zijn neus op de feiten gedrukt, dat Brouwershaven wel een standbeeld van Cats wist te onthullen en Vlissingen achterbleef met 'zijn' De Ruyter. Dirk, uit hetzelfde hout gesneden als zijn vader, polste dominee Pieter Johannes Zijnen, en samen dienden ze bij het bestuur van het Vlissingse departement van 't Nut een voorstel in om tot oprichting van een standbeeld voor Michiel de Ruyter te komen in zijn geboortestad. Het bestuur van 't Nut zag dit idee wel zitten en benoemde prompt een 'Com missie der oprigting van een standbeeld voor M.A. de Ruyter', die als taak kreeg om te zien of er middelen bij elkaar gebracht konden worden. Naast Uyttenhoven en Zijnen bestond de Commissie uit de toen al legendarische schout-bij-nacht O.W. Gobius, die bij de troebelen tijdens de Belgische opstand een belangrijke rol speelde, voorts de equipagemeester en kapitein-ter-zee G.N. de Haan en A.E. Tromp. Uyttenhoven had blijkbaar veel zin in zijn nieuwe opdracht, want schreef hij bij de uitnodiging achter zijn naam: 'dolgaarne'. De Belgische opstand van 1830 zou echter - zij het voorlopig - roet in het eten gooien. De militairen uit de Commissie trokken 'ten strijde' en de plannen beland den voorlopig in de kast. Ruim vijf jaar later werd de Commissie met een vliegende start heropgericht. Om landelijke bekendheid te krijgen werd de zoon van Koning Willem I, Prins Frederik benaderd, die met zijn koninklijk gewicht als uithangbord figureerde.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2006 | | pagina 206