Wat is er toch aan de hand? Op 25 april stond in het thuisland van Jan de Zwart de sleedoorn twee weken later dan normaal in bloei en de tarwe moet nu door warmte en droogte weken eerder worden geoogst. Juli hooimaand, augustus oogstmaand - een oude boerenwijsheid. Het kan verkeren. Wijze boeren hebben augustus dit keer niet afgewacht om het grootste deel van hun graan binnen te halen. Wat er nog staat is meer een kwestie van gebrek aan oogstcapaciteit dan van afwachten. Loonwerkers en maaidorsers. Vroeger had je geen maaidorsers. Wel loonwerkers. Landarbeiders. Er waren er nogal wat nodig om een akker te maaien, schoven te binden en op te zetten, later met vorken op wagens te steken en die hoogopgetast naar de boerenschuren te rijden. Door de open mendeuren naar binnen en dan afladen, optassen in de schuur. Later dorsen op de deel, of - toen daar eenmaal machinerie voor was - op het erf. Er zijn beelden van een oogst zo'n zeshonderd jaar geleden. Beroemde miniatu ren, geschilderd door de gebroeders Van Limburg uit Nijmegen in opdracht van de puissant rijke hertog Jean van Berry, de broer van koning Philips de Stoute. De originelen staan in het getijdenboek Trés riches heures. Dat wordt bewaard in een kluis van het Musée Condé in Chantilly, ten noorden van Parijs. Denk niet datje dat als gewone sterveling zomaar te zien krijgt. Op het miniatuur van de kalendermaand juli staan twee boeren, die met een sikkel het graan snijden. Verder zie je aan de kant een herder en een herderin bezig met het scheren van schapen. Dat doen wij toch in juni? Juni was toen kennelijk de hooimaand, want er staan drie boeren met een zeis gras te maaien, terwijl twee vrouwen het hooi harken en op een hoop steken. Weerkundigen van de koude grond hebben het over het broeikaseffect. Boeren en loonwerkers weten het beter. Er zijn altijd verschillen. Het ene jaar zus, het an dere jaar zo. In '92 en '93 was de oogst ook vroeg, zegt Allard Vader. Samen met Ronald Boogaard heeft hij in 1998 het loonbedrijf van Jan Simonse aan de Tolweg in Biggekerke overgenomen. Voor de graan-, graszaad-, bloemzaden-, papaver en peulvruchtenoogst hebben ze vier maaidorsers beschikbaar, de nieuwste met een maaibreedte van zes meter. In de morgenuren staan ze aan hun machines te sleutelen. Schoonmaken, alles controleren, want op het veld kun je geen panne gebruiken. Om twaalf uur gaan ze naar de akker. Zo is Jos, de vader van Ronald, op deze zaterdagmorgen om twaalf uur begonnen op het land van Lampert. Hij zal tot na middernacht doorgaan om het perceel af te maken. Aan de overkant van de straat, langs de Strandweg, wordt de tarwe van Rob Francke door twee combines van het Koudekerkse loonbedrijf Tevel geoogst. Daar waren ze eerder klaar, eind van de middag.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2006 | | pagina 218