floordhoeh op Antarctica Nuchter als de mannen van Noordhoek zijn zullen ze zich niet gauw op de borst kloppen over grootse prestaties en uitzonderlijke projecten. Een klusje op de Noordzeebodem vraagt van hen evenveel inzet en toewijding als een expeditie naar Antarctica. Maar voor buiten staanders is dat anders. Toen aan Noordhoek in het najaar van 1992 de opdracht werd ge gund om in een Nederlands-Argentijns samenwerkingsproject de resterende olie te bergen uit een scheepswrak voor de kust van het antarctisch schiereiland, mocht een journalist mee: Rob Bijnsdorp. Enkele citaten uit een van zijn verslagen: 'Het is verbazend hoe op de thuisbasis van Noordhoek in Nederland de aanpak van de olieberging tot in de kleinste details is voorbereid. Om te beginnen had Noordhoek het lumi neuze idee om al het materieel, de verblijven van de duikers, de werkpontons, voorraden en gereedschappen, in onderdelen van containerformaat uit te voeren, een soort legoblokjes. Dat maakt transport over zee goedkoop. Vanaf zo'n werkponton moeten de mannen gaten boren in de bodem van het op z'n kop liggende wrak, precies op de plaatsen waar de oliebunkers zitten. Met een slang zuigen ze door die gaten de olie op. Maar bij dat alles mag geen olie vrijkomen. Het ingenieuze systeem daarvoor was in Nederland uitgedacht en moet zich hier bewijzen. Eerst monteren ze een grote afsluiter op het wrak, dan zetten ze de kraan helemaal open en boren door de afsluiter heen het gat in de scheepsbodem. Tijdens het boren zetten ze luchtdruk op de afsluiter zodat de olie naar binnen wordt geblazen zodra de boor door het staal is. De boor gaat er uit, de kraan kan dicht, de slang kan worden aangesloten. Maar alles kan stuk en waar je gebrek aan hebt kan niet worden vervangen. Dat is de enige zekerheid die je hier hebt. Hoeveel reserveboren neem je mee? En hoeveel extra boormachines? En wat als de hy- drauliekpomp het begeeft? Alles is in tweevoud aanwezig en wat er niet is wordt met eigen gereedschap gemaakt. Hoe zaag je een gat in de dikke wand van de machinekamer, ten/vijl het eeuwig deinende water je onophoudelijk elke zeven seconden een paar meter heen en een paar meter terug duwt. Ik heb gezien hoe ze het flikten, rustig vooraf de verschil lende taken besprekend, vindingrijk bij een plotseling opdoemend probleem, onvermoeibaar zwoegend in dat water van nul graden Celsius, dipjes wegwerkend met een geintje, voort durend wetend dat ze als ploegje uitsluitend op zichzelf zouden kunnen vertrouwen. 'Ik denk terug aan de oversteek van Drake Street. Dagenlang in dichte mist. Niets te zien, behalve af en toe een schim van een albatros. Maar op de vierde dag brak de lucht open. We voeren langs ijsbergen als witte paleizen. Vele zonnen weerspiegelden op de nevelslierten langs de bergwanden. Recht vooruit zes walvissen, overal elders pinguïns en ander zeeleven. Ik zag op de gezichten van al die knoestige Noordhoekers diepe bewondering en één van hen zei wat ze allen voelen: "dit is zo mooi, hier mag zelfs niet één druppel olie het water besmeuren, ik ben er trots op aan deze berging mee te mogen doen. Ik durf er om te wedden dat ze, eenmaal weer thuis, deze gevoelens diep verstoppen onder hun dagelijkse professionele nuchterheid. 'Uiteindelijk is alle nog aanwezige olie met de werkpontons overgebracht naar een bunker van het Argentijnse moederschip. De laatste handeling was bijna ceremonieel. Alle afsluiters zijn van het wrak verwijderd en de gaten zijn afgedekt met genummerde staalplaten. Dat is op film vastgelegd. Een bewijs voor de opdrachtgever aan de andere kant van de wereld. Rob Bijnsdorp

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2006 | | pagina 25