Op een gegeven moment werd een van mijn vrienden onderdirecteur van die academie en toen vroeg hij me om les te komen geven, over alles wat ik cultuur historisch over etsen, papier en andere zaken had opgestoken, grafische technie ken, de geschiedenis van de academie-opleidingen, eigenlijk alles wat je moest weten als je je ging vestigen als grafisch ontwerper, ook de aspecten om met een opdrachtgever te werken. En ondertussen had ik een kunsthandel. In 1963 kwam ik van de academie. Drie maanden ben ik volontair geweest bij Sijthoff, van de uitgeverij in Den Haag. Ik kende hem want die woonde op een boerderij van Dui venvoorde en ik zag hem bijna elk weekend. Hij was geïnteresseerd in wat ik deed in archeologie, ik groef elk weekend en was correspondent van de Rijksdienst voor Bodemonderzoek in Amersfoort. Een heerlijke tijd. Ik zat bij Sijthoff op de ontwerpafdeling, ik werkte wat op de zetterij en ik heb geweldig veel geleerd, vooral van de mensen die clichés maakten. Ik heb daar leren handzetten. Als om een uur of half vier de krant gedrukt was, was er tijd om van alles uit te proberen. Daar leerde wat je met clichés kon doen en ik zag wat met diepdruk kon.'

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2006 | | pagina 31