'Hls iets moest verdomde ik hef
terechtgekomen. Dat zal door die molenaarsfamilie gearrangeerd zijn.' Na een
paar jaar Biervliet wordt het Hoofdplaat, vervolgens Zuidzande.
De moeder van Jan was enigst kind uit de Bouwensfamilie, die al eeuwenlang
boert op een boerderij in de Snouck Hurgronjepolder, een bedijking uit 1794.
Dat is in elk geval te laat om ook in het lijstje van Van Cruyningen voor te komen.
Bovendien waren het eerst pachters. Pas toen de adel geld nodig had heeft de
betovergrootvader van Jan het land van de Snoucks gekocht.
'Ik ben eigenlijk opgegroeid in een burgergezin. We hadden ook drie weken va
kantie! Ik zal dertien geweest zijn toen ik er pas achter kwam dat mijn vader een
paar boerderijen had. Ik wist het niet en ik hield me er ook niet mee bezig. Ik ben
een tamelijke alfa-man hè. De rest van de familie is allemaal bèta. Dat zijn allemaal
Achter het maïs 'het spul' van Jan de Zwart
(midden foto). Voor de laatste behuizing
rechts moet het haventje Moreiieput heb
ben gelegen. In grond- en bodemsporen te
zien, maar moeilijk als er maïs op staat.
exacten. Mijn oudste broer heeft wis- en natuurkunde gestudeerd. Ik was een
uitzondering. Ik was ook tamelijk lastig. Dat gaf dus van die problemen op school
hè. Ik was goed in al die dingen die me interesseerden en daar wist ik ook van alles
over. Maar als er iets moest, dan verdomde ik het, dan deed ik het niet... En als ik
dan iets wilde weten, kreeg ik vaak geen antwoord.' Jan herinnert zich nog hoe hij
bij een les over de mijnbouw plaatjes zag van een laagje steenkool. Hij vroeg toen
aan zijn aardrijkskundeleraar hoe dat nou moest als dat op was. Wat gebeurt er
dan? Dat boeren ooit een antwoord op die vraag zouden kunnen geven - energie
uit biomassa - kwam nog niet op in het hoofd van zo'n aardrijkskundeleraar in
de beginjaren zestig. Het is trouwens ook nu nog een toekomstscenario. Zeeuwse
boeren zullen er wellicht een rol in spelen.