't Duumpje
de Vogelwacht in 1969 zo'n beetje het loodje legde. Er waren mensen die Jan
benaderden, maar Jan had het druk, als boer. Toch heeft hij later de Biologische
Werkgroep opgericht. 'Ik dacht toen: Als die vereniging niet meer tot leven ge
wekt kan worden dan beginnen we een werkgroep zonder vereniging. Ik ga op
zoek naar mensen van wie ik denk dat ze erin passen. De een in vogels, de ander
in plantjes, weer een ander in zoogdieren. En zo zijn we begonnen. In die tijd
werden hier dijken afgegraven, kreken gedempt. Die zijn we gaan inventariseren.
Dat was begin jaren zeventig.'
Jan benaderde leraren van de Oostburgse middelbare scholen. Jan de Klerk van
het Koningin Wilhelminalyceum en ir. Piet Roorda van Eijsinga van St. Eloy. Op
die manier werd de jeugd erbij betrokken. Zo is ook Thijs Kramer erbij gekomen.
Vooral Roorda van Eijsinga was erg actief. Hij wist veel jongeren te interesseren.
Zelf was hij ook een echte natuurliefhebber met een speciale hobby in mossen.
Hij was daarin een specialist wiens determinaties en beschrijvingen in het Leidse
Herbarium zijn opgenomen.
Na een paar jaar wilde Jan de Zwart de zaak toch wat groter aan te pakken. Hoe
wel de vroegere secretaris zijn kop in de wind had gegooid is het toch gelukt om
hem tot medewerking over te halen. Zo kwamen de administratie en oude uitga
ven van de Vogelwacht beschikbaar. Vervolgens is in 1974/75 de vereniging weer
doorgezet. Het werd geen 'Vogelwacht' meer, want voor Jan heeft het woord
'wacht' te veel een ondertoon van 'controleren' en van 'een instantie'. Het werd
natuurbeschermingsvereniging 't Duumpje. 'Duumpje' is Zeeuws-Vlaams voor
'winterkoninkje', een klein vogeltje dat een ontzettend grote keel kan opzetten.
En dat past mooi. Erg klein kun je 't Duumpje niet noemen, want in 1980 waren
er al vijfhonderd leden, nu rond negenhonderd. Jan bleef er jarenlang bestuurslid
van. Hij was als vertegenwoordiger van West-Zeeuws-Vlaanderen daarnaast lid