Biologische Bruidenteelt van het dagelijks bestuur van het Zeeuws Coördinatieorgaan, de voorloper van de de Zeeuwse Milieufederatie (ZMF). In het algemeen bestuur van de Stichting Zeeuws Landschap had Jan eveneens jarenlang zitting. Als biologische boer heeft Jan heel wat mensen over de vloer gehad om ze te laten zien hoe hij dat deed. Uit heel de wereld kwamen ze kijken. Uit Japan, Zuid-Ame- rika, Azië, Afrika, veel landen van Europa. Behalve biologische tarwe, korrelmaïs, aardappelen, suikerbieten, zeg maar de traditionele landbouwproducten heeft Jan de Zwart zich ook beziggehouden met de kruidenteelt. Hij is ermee begonnen, samen met een vriend, de landbouwkundig ingenieur Ronald te Winkel, die een hofje bij Zaamslag had gekocht om daar kruiden te telen. Ze kregen contact met een onderwijzer in Amsterdam, wiens vrouw een bloemenwinkeltje dreef en die in kruiden wilden gaan handelen. Ronald had zes hectare, maar Jan bijna tien keer zoveel. Veel te veel om alleen maar kruiden op te verbouwen, dus bleven bij Jan ook de akkerbouwproducten op het teeltplan staan. De kruidenteelt liep overi gens heel goed. Ze bezorgden Jan een groot deel van zijn inkomsten. Hij téélde niet alleen kruiden, hij had ook een hele zelfgebouwde machinelijn staan om ze te drogen, te schonen, te verpakken tot kant-en-klaarproduct. Medicinale kruiden en keukenkruiden. In verband met de voedselveiligheid werden de eisen steeds strenger. Zo mochten er geen kruiden worden verbouwd en ook niet verpakt op een afstand binnen tweehonderd meter van een doorgaande weg vanwege de vervuiling die het autoverkeer kan opleveren. Dus toen de rondweg kwam was het gedaan. Omdat ook de boerderij annex verwerkingsruimte binnen die twee honderd meter lag moest Jan verkassen, maar het heeft nog heel wat ambtelijke voeten in aarde gehad voor de boerderijverplaatsing naar Marolleput kon worden gerealiseerd. Nog maar te zwijgen van de bezwaarprocedures van een buurman daar, een Belg die er zijn recreatiewoning heeft.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2006 | | pagina 47