Van Biervliet via het Zwin naar de vogeltelpost
verdwijning van het trekpaard. In Zeeuws-Vlaanderen waren de boeren altijd al
meest akkerbouwers. Graan- en bietentelers, ook aardappelen en uien en dat
soort gewassen. Je had in Zeeuws-Vlaanderen alleen maar weiland voor zover dat
nodig was voor de trekpaarden. Ja, en er waren enkele boeren met een gemengd
bedrijf, die hadden zes of acht koeien. Die hadden ook weiland nodig. Een deel
van die weilanden waren hoogstamfruitboomgaarden. Hoogstam, zodat het vee
eronder kon grazen.'
Het beeld dat Kees Kostense uit zijn herinnering schetst nuanceert het breukvlak
van de oorlog. Afgezien van de verwoestingen in de stedelijke en dorpsbebouwing
en in die van boerderijen is het niet zozeer de oorlog geweest die het landschap
van karakter deed veranderen, maar de grootschalige mechanisatie en rationali
satie van de landbouw. Dat was niet alleen in West-Zeeuws-Vlaanderen zo. Een
groot deel van Nederland is in die jaren een of meerdere malen overhoop gehaald
en netjes geordend in strakke, machinaal bewerkbare blokken.
Kees Kostense bij de
'uit het schor geboren'
kreek bij zijn boerderij.
De foto is op 20 juli
gemaakt
We gaan op pad, maken samen een tocht door het winterstille landschap. De
tocht vertelt het verhaal van dorpjes en dijken, van kreken, die nog uit het schor
geboren zijn, van kreken die restanten zijn van mislukte stedelijke ambities om via
gegraven kanalen hun toegang tot de zee te waarborgen en van inundatiekreken,
die overgebleven zijn van overstromingen door stormvloeden of uit de ontpol-
deringen, die pasten in de oorlogsstrategie van Prins Maurits in de zestiende en
zeventiende eeuw. Ondanks naoorlogse veranderingen is het toch een 'museaal
landschap' gebleven, vooral bij Groede, Zuidzande en Cadzand. Er zijn wel dijkjes
afgegraven, maar gelukkig zijn er veel behouden. Je herkent de structuur van ei
landen, waar schilvormig kleine poldertjes zijn aangedijkt, de oudste het laagst, de
jongste het hoogst. Het is daarnaast het verhaal van de voorzitter van de Stichting
Zeeuws Landschap. Bescheiden maar enthousiast vertelt hij over voorbeelden van
natuurontwikkeling, zoals dat van 'De Blikken', de Cletemspolder en 'Waterdu-
nen', en over het beheer van het Grote Gat, de bolwerken van Retranchement,