is een kwestie die met name betrokken boeren in het harnas heeft gejaagd en
Thijs Kramer was de man tegen wie ze zich richtten. 'Kramer krijgt 13.541 hand
tekeningen tegen ontpoldering' kopte de PZC op 22 juni 2005. Thijs wordt niet
boos, is niet gegriefd. Als een tegenstander het op de man gaat spelen, dan is dat
volgens hem een kwestie van gebrek aan argumenten. Hij blijft uitleggen hoe het
proces is verlopen, wat wel kan en wat niet kan. Hij wijst erop dat het niet om een
nationaal, maar om een internationaal dossier gaat. 'Je moet ook de belangen
van Vlaanderen meenemen en proberen om in dat kader het Zeeuwse belang een
plek te geven.' Hij heeft met de landbouworganisatie en met de natuurbescher
mingsorganisatie overlegd. De Europese Vogel- en Habitatrichtlijn is een gegeven.
Daar valt niet aan te tornen. Wie het wel doet krijgt de Raad van State tegen zich.
Boeren vinden die zeshonderd hectare te veel en de natuurmensen te weinig,
maar bij dit compromis leggen beide organisaties zich neer. Vervolgens is er een
maatschappelijk debat, aangezwengeld door met name betrokken boeren. 'Daar
Natuurontwik
keling in de
Herdijkte
Zwarte Polder.
kun je je ogen als bestuurder niet voor sluiten', zegt Thijs. Als er goede alternatie
ven zouden zijn, dan moeten die bekeken worden. Hij wil iedereen serieus nemen.
Maar wie er de Ramp van 1953 er bijhaalt is bij hem aan het verkeerde adres, want
veiligheid is absoluut niet in het geding. Het is overigens een nieuw fenomeen in
de politieke realiteit dat belangenorganisaties niet meer hun achterbannen verte
genwoordigen. Individuen, vaak reagerend op hun emotie, zijn het krachtenveld
binnengedrongen. Dat is dan tegelijk een probleem. Thijs: 'Ik word door de Provin
ciale Staten op mijn huid gezeten om consistent te zijn in de wijze waarop ik ope
reer. Een boer uit de polder mag daarentegen roepen wat hij wil, die wordt door
niemand tegengesproken en hij hoeft aan niemand verantwoording af te leggen,
maar hij krijgt er wel alle ruimte voor in de media...' Het hele ontpolderingsdossier
is voor Thijs wel aanleiding om de discussie in een breder perspectief te plaatsen,
namelijk die van de toekomst van Zeeland. 'Blijven we een agrarische provincie of
gaan we ons heroriënteren op het water als economische factor? Watergebonden
recreatie, industrie, havens, zilte perspectieven, klimaatbestendig wonen, onze re-