Anders kijken elkaar: "Als we een keer moeten verhulzen, dan moet het maar naar Zeeuws- Vlaanderen of in ieder geval Zeeland zijn". We vonden de streek mooi en een half jaar later had ik hier een baan. Puur toeval. Ik spreek nog goed Limburgs. Met mijn vader spreek ik altijd Limburgs. We gaan nu, mijn broer en ik, met mijn vader naar Denemarken, een week. Dat is nooit eerder gebeurd, we zijn alle drie eigenheimers, ben heel benieuwd. 'Kijk, alleen de goeie beschouwer ziet in mijn werk de ontwikkeling in de manier waarop ik die beleving vormgeef. Je kunt het niet over iets heen leggen, het past niet op iets bestaands. De overlevingskans van de landschapsschilderkunst ligt daar, in het tijdloze en plaatsloze, uiteindelijk het universele landschap en dat ligt in de manier van kijken en in het overboord zetten van zekerheden. Ik ben nu op een punt dat ik niets en niemand meer verantwoording schuldig ben, ik kan vrij zijn en doen wat ik wil. Zo voel ik het ook nu. Ik voel wel een beetje dat er een keerpunt is. Laatst heb ik uitvoerig met Hans Heeren - de kunstschilder uit Middelburg, de oud-docent van Minerva - over mijn werk gepraat. Hij heeft een paar belangrijke opmerkingen gemaakt. Ga zo door, zei Heeren, je maakt werk iets voor fijnproevers. Zoek eventueel een nieuwe weg met materiaal als je daar innerlijk aan toe bent. Ik merk dat ik daar over nadenk. Aan de andere kant wil ik gewoon verder. Volhouden, daar heb ik wel bewondering voor. Ik ben heel blij dat Schubert - ik wil me daar niet mee vergelijken - ondanks zijn moeilijke leven volgehouden heeft en met de fijnzinnigste kamermuziek ons nu troost. Om door te gaan moet je een paar verwante zielen hebben. Daarom is het goed om met iemand te praten en je kwaliteiten en diskwaliteiten met anderen met goede an tennes te bespreken. Je bent nooit zo ervaren dat je niet twijfelt. Misschien is het een overblijfsel van mijn katholieke jeugd maar ik ben wel ge neigd te geloven dat er een soort boodschap in zit. Dat de dingen niet zonder reden gebeuren. In dit geval is het zo, dat ik de thematiek en mijn manier van werken volledig in kaart heb gebracht, ik heb er uitgehaald wat er in zit. Ik ken elk hoekje en gaatje van dit landschap, deze streek. Het klinkt negatiever dan het is. En dan zijn er twee mogelijkheden: of vertrekken of met een nieuwe bril op gaan kijken. Het kan ook nieuw materiaal zijn, zeker. En ik heb ook de laatste tijd gedacht "ik moet terug naar grafiek". Dat kan ook fotografie zijn. Ik bedoel met een andere bril niet een ander mens worden, maar anders kijken. Er komen dozen met foto's te voorschijn. Hij heeft enorm veel gefotografeerd, lege landschappen, sporen in een sneeuwlandschap.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2006 | | pagina 84