Zeeuwse kenniseconomie
Ambitie henniswerf
Hoogstandjes
creatieve geesten en snelle ontwikkelaars. Collega's kennen eikaars sterke kanten,
maar herkennen ook eikaars problemen en er is daarom sprake van verbonden
heid binnen het bedrijf. De directie stimuleert eigen initiatief, waardoor er ruimte
ontstaat voor persoonlijke accenten en specialismen zich soms in een onverwachte
richting kunnen ontwikkelen.
Gemotiveerde en hoogopgeleide mensen zullen nu en in de toekomst moeten
investeren in de Europese 'kennismaatschappij': zeker geen bescheiden ambitie.
Daartoe hebben overheden, ondernemers en onderwijsinstellingen in Zeeland een
convenant gesloten: het 'Akkoord Zeeuwse Kenniseconomie'. Doel is, de innovatie
in Zeeuwse bedrijven te stimuleren en te zorgen voor een effectieve kennisontwik
keling. Daarbij kan RPCZ een katalysator vormen, waardoor de kennisinfrastruc
tuur van Zeeland een nieuwe impuls krijgt. Het wil scholen en bedrijfsleven dichter
bij elkaar brengen en kan dat sinds kort doen vanuit dat ultramoderne gebouw
met medewerkers die op deze taak zijn voorbereid.
Een 'educatieve agenda' zal het overleg tussen gemeenten, provincie en schoolbe
sturen eenvoudiger en minder tijdrovend maken en bovendien op termijn nadruk
kelijk ruimte reserveren voor direct contact met de gezondheidszorg. Ook aan de
onderkant van de kenniseconomie zal het dan mogelijk worden om een goede
keuze te maken uit de lokale onderwerpen. En daar was het toch ooit allemaal om
begonnen, in 1970, in het oude gemeentehuis van St. Laurens.
Het grote belang van de recente ontwikkelingen is evident. Ben de Reu: 'RPCZ is
de eerste die zichtbaar een nieuwe investering doet in dit gebied. Het is de ambitie
van de kenniswerf in de nabije toekomst ook andere innovatieve bedrijven aan te
trekken. In de Lissabon-akkoorden uit het begin van de jaren '90 staat het duidelijk
omschreven: nu grote delen van de wereld, zoals China en India, een versnelde
ontwikkeling doormaken, is een hoogwaardige technische ontwikkeling noodza
kelijk op elk gebied, willen wij in de toekomst een rol blijven spelen. Er zullen ken
niscentra ontstaan bij de universiteiten en Zeeland zal zeker niet achterblijven.'
Om de hoogte van zowel de ambities als het gebouw nog eens te onderstrepen,
daalde er tijdens de officiële opening van het gebouw op vrijdag 9 juni 2006 een
trapezeartieste van de bovenste verdieping aan de buitenkant met doodsverach
ting en onder het vertonen van halsbrekende toeren naar beneden. De enorme
opluchting bij een aantal toeschouwers, toen zij uiteindelijk weer met beide benen
op de grond stond, moet daar onderaan de toren goed voelbaar geweest zijn. Ook
deze metafoor ligt voor de hand: na twee weekends van openingsfestiviteiten
hebben alle medewerkers inderdaad weer nuchter en professioneel hun voeten
geplant onder een leeg bureau in het ruime kantoor.