Overlegmodel
het onderhouden van contacten met de aangesloten organisaties.' Laanbroek blijkt
de eerste in een rij van - tot nu toe - zeven voorzitters die bij hun aantreden en af
scheid hetzelfde liedje zingen: een ode aan het overlegmodel. En zoals de voorzitters
zingen, zo zingt ook het personeel. De eerste coördinator, Jan de Vries, verdedigt bij
zijn afscheid in 1989 de strategie van aanschuiven aan de tafel bij (bijvoorbeeld) een
ruilverkavelingcommissie zo: 'De natuur ging er wel op achteruit, maar als ik er niet
had gezeten was de natuur nog slechter af geweest.' Ook het taalgebruik van de
coördinator doet nog in weinig denken aan dat van de bevlogen Zeeuwse activisten
van een decennium eerder: 'We zijn er in geslaagd het probleembesef bij de mensen
te vergroten', zegt De Vries tevreden tegen een verslaggever van De Stem. Toch erkent
hij dat het milieubeleid van de overheid zorgelijk is: 'Je probeert het te stimuleren, dus
mag je ze niet te hard vallen, maar het milieubeleid stelt echt niks voor.
'Je mag ze niet te hard vallen.' Dat is het adagium van ZMF. Ondanks de soms
voorzichtig geuite kritiek wordt het overlegmodel verder uitgebouwd. Vooral rond
de eeuwwisseling gaat het snel; in de periode tussen 1997 en 2001 stijgt het aantal