Het leesbaar landschap
ZL
Pauline van Lynden
Andreas Oosthoek
'De slag van het water is hier bij stormend weder zo geweldig, dat de zwaarste Noord-
sche steenen van vijfhonderd tot vierduizend ponden, die men zedert het jaar 1735 op
strand voor de Staketten heeft gelegd, alle jaaren wel over acht tot tien reeken van 't
Staketwerk, tot wel twaalf tot zestien Roeden, op den Dijk, geworpen worden'.
De Staketten. De wandelaars der seizoenen, de dichters, schrijvers, fotografen, de
wachters van en de wakers aan de kust, ze zien palen, véél palen en denken - soms -
aan brekers en geleiders, onverstoorbare veiligheidsagenten, aan een machtig kunst
werk, cultuurgoed in de eeuwige beweging van eb en vloed, aan opmarcherende sol
daten, aan bomen die in het spel van wind en water rechtuit-rechtaan naar Engeland
groeien of ze denken - zonder dralen - gewoon aan palen. De kans bestaat, dat er
in het geheel niet wordt gedacht. Want, de palen - één van de oudste vormen van
kustwacht - zijn in de loop der eeuwen zo één geworden met het natuurlijke land
schap, dat ze er als vanzelfsprekend bij horen. Onwrikbaar. Wie zou er ernstig over
denken als over iets bijzonders? Wie zou rimpels op het voorhoofd toveren over al die
rimpels in het zand?
Pauline van Lynden begon er mee in de zomer van 2002. Ze werkte in Veere aan een
boek over een ver land en vond een nieuw boek, dichtbij.
'Na een dag achter de computer even naar zee en strand. Parkeren bij Westhove. Een
mooie plek om het duin over te steken, nog niet wetend wat een familieverleden daar
lag. Schitterend licht in de lange late zomeravond. Het ruikt dan zo lekker. En dan krijg
je zo'n onverwacht cadeau. De schoonheid van de rijen palen overrompelde me. Vol
gende dag camera mee. In een week tijd had ik een paar honderd foto's gemaakt. Het
maakte zich van me meester: blijdschap, rust, concentratie. Men zou het een zachte
obsessie kunnen noemen.'
Ze gaat terug en terug. Zo krijgt het idee van een boek gestalte. Daar horen zaken
als studie en vorm bij, inleven en rapporteren, spreken met veel mensen en vooral
uren aan zee. Pauline van Lynden ziet de zwarte hoofden en de lage palissaden, zoals
de marineofficier-dichter Jan Prins ze noemde, als een leesbaar landschap. Ze wordt
gegrepen door het verhaal dat het verleden met het heden verbindt. Ze leeft vijf volle
jaren met en in haar project. Later zal ze er over schrijven:
'Veel mensen hebben verbaasd gereageerd op mijn strandproject. Een boek over die
palen? Valt er iets te vertellen over zoiets gewoons? Ik dacht van wel. Behalve het