Er is een waarheid in muzieh
ZL
Rebecca van Wittene
Terwijl de hoofdstedelijke voetbalclub tegen Heracles speelt, doen zij Bach, Beethoven,
Smetana en Brahms. Sneijder krult de bal perfect in de linkerbovenhoek, Huntelaar
schiet in de 49-ste en 51-ste minuut beheerst en prachtig binnen. In Oostkapelle klinkt
Aus der Heimat. Ondanks een uitbundig slotapplaus zitten ze erbij als twee uitgebluste
schooljongens, Joan Berkhemer en pianist Jacob Bogaart. Moe - elk concert is top
sport - en ietwat ontevreden. De witte wijn doet goed en er wordt meteen ge-sms't:
hopelijk heeft Ajax beter gespeeld. Hoera: 3-0. "Het was een goede overwinning",
meldt de coach. Er ging een hoop door hem heen.
Spring hoger, speel wilder.
Laat dansen die stok.
'Ik ben violist in hart en nieren,' zegt Joan Berkhemer tijdens de eerste opname van
De Maestro en de Zee, een 14-delige televisieserie over Het Zeeuws Orkest bij Omroep
Zeeland. 'En die staan erom bekend dat ze overwegend praten over voetbal, vrouwen
en auto's. Daar hoor ik ook wel bij - beetje primitief volk eigenlijk.' Het typeert hem
wel, zo'n uitspraak. Lekker on-Hollands, niet van dat benauwde. Omhoog gevallen
musici die zichzelf de hemel in prijzen horen we al genoeg.
Ik hoorde een glissando
op 122. Mooi.
Ik hou van glissandi
- zoals je weet.
Mensen die hem langer kennen dan vandaag noemen Berkhemer creatief, origineel,
veelzijdig en aimabel. Bovendien: een muzikant van formaat. Veeleisend en uitermate
inspirerend. Er wordt respectvol gesproken over de chef-dirigent die het voor elkaar
krijgt om tachtig zeer uiteenlopende karakters op één lijn te krijgen. Die Het Zeeuws
Orkest in vrijheid en op basis van vertrouwen de eigen grenzen laat verkennen, omdat
boven jezelf uit durven stijgen de enige manier is om je te ontwikkelen. Die vanuit
een sterk ontwikkeld muzikaal bewustzijn elke worsteling als uitdaging ziet, dus blijft
zoeken naar die mooie, slanke, heldere toon. Elke stap een overwinning - een boei
end avontuur.