Er zijn zo veel
momenten
dat de strijkers
te veel geven.
Hoe lichter
hoe beter.
Hoe lichter
hoe beter.
Transparant.
Minder stok.
En subtiel
- samen.
Als kamermuziek.
De fanfare
graag.
Die moet er
echt
uitknallen.
Vol vreugde.
- Een mirakel.
De klank van
dat laatste
akkoord
moet
een mirakel
zijn.
Dan heeft het pas zin
om in een orkest te spelen,
om een orkest te dirigeren.
We gaan meteen door.
Hoe klinken de hoorns
in poco piü mosso.
Waarom hoor ik dat eigenlijk
nooit. Ligt het zo verscholen?
Koor:
u jaagt mij op.
Ik dirigeer
iets anders
dan u zingt.
U gaat te snel.
- Zie onze held is gestorven.
Het moet meer ziel hebben.
Zingt u - zingt u
vanuit uw ziel
in een lijn
met mij.
Vrij naar Joan Berkhemer in:
Felix Mendelssohn Bartholdy, Meeresstille und glückliche Fahrt (1829)
Jean Philippe Rameau, Les Indes Galantes (1735)
Joan Berkhemer, De laatste zeeslag van Mich iel de Ruyter (2007)
(Rebecca van Wittene)