Herinneringen
bij de waterleidingmaatschappij. Zij achtte toen het instandhouden ervan niet langer
nodig omdat de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren de lozing had onderworpen
aan een vergunning en de maatschappij zelf uiteraard de wet niet kon overtreden. Per
1 januari 1973 werd de installatie daarom overdragen aan de drie nog in bedrijf zijnde
vlasserijen van Sint-Jansteen, Paelinck c.s., Hesters en Audenaerde c.s., met in totaal
negentien rootbakken. Tot 1976 maakten deze bedrijven gebruik van de vergunning
'gezuiverd' water te lozen op het polderwater. Uiteindelijk zouden de Wet verontrei
niging oppervlaktewateren en de Wet Bodemverontreiniging een einde maken aan de
lozing op het oppervlaktewater en de infiltratie van het rootwater in de bodem. Toen
had het probleem zich overigens al zelf opgelost door de opkomst van de kunstvezels
en de verminderde behoefte aan vlas.
Vlasbedrijf Buijsse in Ijzend ijke is een modern vlasbedrijf in West-Zeeuws-Vlaanderen
Hier wordt echter het eindproduct vlaslinnen nog handmatig gebundeld, of in vakter
men: in handvollen opgemaakt. Een laatste nostalgisch beeld met de medewerkers
Eddy Huigaert en Luc Muijlaert.
Wat herinnert ons vandaag de dag nog aan de vlasteelt en de vlasbewerking
zoals die eeuwenlang in Oost-Zeeuws-Vlaanderen werd uitgeoefend?
Onderdelen van de bewerking zoals het slijten en het roten bezorgden de vlaswerkers
veel ongemak en de omgeving veel overlast. Aan dit rijtje kan zonder aarzeling het
zwingelen worden toegevoegd. Bij deze bewerking werden de gebroken delen van de
stengels (de lemen) met een houten spaan uit de vlasbundels geslagen. Dat was een
zeer stoffige aangelegenheid die veel zwingelaars stoflongen bezorgde. Aanleiding