zandbank op of aan de verkeerde kant van het vaarwater varen, tegen het verkeer in. Al die kennis om vooruit te reageren komt vooral van pas als het zog bij boeien niet meer te zien is. Zoals bij nacht, mist, regen, sneeuw of verdwenen boeien. Yoeri legt uit dat de loods bij slecht weer op de radar zal gaan varen en helemaal niet meer naar buiten zal kijken. De radar is een prachtig systeem waarbij door middel van af standsmeting met radiosignalen uit een ronddraaiende antenne op een (computer) scherm de omgeving van het schip, inclusief andere schepen en de echte plaats van de boeien, wordt weergegeven in de vorm van grotere en kleinere vlekken en punten op het scherm. 'Wat kun je nog met zo'n groot schip voelen', wilde ik weten. Die vraag wordt be antwoord als de Ara Zeebrugge door de ondiepe Schaar van Spijkerplaat vaart om de route naar Zeebrugge zo kort mogelijk te maken. Door het ondiepe water begint het Posities van jachten worden waargenomen. schip duidelijk meer te trillen. 'De motor moet nu harder werken', zegt Yoeri. 'Het is net laagwater geweest. Daardoor staat er maar weinig water onder het schip. Met laagwater staat hier 5,2 meter water. Daar komt dan nog een rijzing bij van momen teel 1,50 meter. Dat maakt opgeteld dan een totale waterdiepte van 6,70 meter. De Ara Zeebrugge is 6,20 meter diep. Houden we bij écht laag water nog maar 0,5 meter over!' Door sterke wind kan de waterstand extra lager worden of juist hoger. Ook weer kennis over lokale omstandigheden. Yoeri zoekt nu de diepste plekken echt op. Het kielzog laat dit zoeken zien als een slingerend spoor.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2007 | | pagina 236