De levenscyclus van de mossel
importeert. Nog wel. Want de hechte relatie heeft in 2006 een forse deuk opgelopen.
De Belgische consument roerde zich.
De Belg Jacques van Outryve, een ook in Nederland bekende landbouwjournalist, is
bestuurslid van de Vrienden van de Mossel maar in de eerste plaats consument van
mosselen. Hij waarschuwt: 'Dat mosselen uit Zeeland komen is een vanzelfsprekend
heid voor iedere Belg. Een bewijs dat voor Belgen gastronomie boven alle historische
vetes staat. Dat mag Nederland niet overmoedig maken. Belgen eten graag en lekker.
Zij willen daar ook voor betalen. Maar zij zijn niet naïef. Dat hebben ook de Franse
wijnboeren moeten ervaren. Als een van de grootste wijn drinkende naties wordt in
België Franse wijn steeds meer vervangen door andere Europese en wereldwijnen.
Een gevolg van problemen met prijs én kwaliteit en van het feit dat ook anderen een
steeds beter maar vooral betrouwbaarder product aanbieden. De wrevel in België
over de mosselen had afgelopen jaar niet zo zeer te maken met de prijs als wel met
de kwaliteit van de mosselen. Belgen hebben begrip gekregen voor problemen inzake
aanvoer van mosselzaad maar begrijpen niet dat de geleverde kwaliteit zo wisselval
lig is. De Belgische vraag naar onafhankelijk gecontroleerde kwaliteitsnormen voor
Zeeuwse mosselen is overigens niet nieuw maar klinkt tegenwoordig steeds luider en
vindt nu pas enig gehoor.' De afspraak om samen te werken aan een kwaliteitslabel
voor Zeeuwse mosselen is inmiddels gemaakt. Een teken dat de Zeeuwse mosselhan-
del zijn belangrijkste afzetmarkt serieus neemt.
Als in het voorjaar de watertemperatuur stijgt laten mosselen grote hoeveelheden
ei- en zaadcellen vrij in de waterkolom Bevruchting van de eicellen vindt in het water
plaats. De eerste twee dagen ontwikkelen de bevruchte eicellen zich tot vrij in het
water zwevende larven. Na twee dagen ontwikkelen de larven één schelp. De larven
hebben een velum waarmee zij zowel zwemmen als eten. Dit doen zij door ééncel-
lige algen (fytoplankton) uit het water te filteren Na twee tot zes weken ontwikkelen
de larven een tweede schelp en verliezen zij hun velum. In deze periode hebben zij
ook kieuwen en een voet gevormd. De voet is een beweeglijk orgaan dat tussen de
schelphelften naar buiten kan worden gestoken. De voet heeft een byssuskher die bys-
susdraden kan maken. Met behulp van deze hechtdraden vestigt het mosselschelpje
zich op een geschikte ondergrond. Dit kunnen palen, stenen of schelpen op de zee
bodem zijn, maar ook bijvoorbeeld touwen die in de waterkolom zijn gespannen.
We spreken nu van mosselbroed Als het mosselbroed uitgegroeid is tot een grootte
van ongeveer 1 centimeter spreken we van mosselzaad. Vanaf 1,5 tot 4,5 centimeter
worden de mosselen halfwas genoemd en vanaf 4,5 centimeter is sprake van con
sumptieformaat.