van meer dan anderhalve kilometer in westelijke richting uitstrekte. De samenhang
tussen polder, duin en Oranjebos is in het huidige landschap grotendeels verloren
gegaan en door nieuwe eigendomsgrenzen en daarbij behorend prikkeldraad ook niet
meer beleefbaar. Integratie van natuur, cultuurhistorie en esthetiek op deze plek gaan
wat mij betreft dan ook niet over de vraag of op perceelsniveau bij natuurontwikke
ling een te graven waterpartij misschien moet worden vervangen door een grasland
met een rij knotbomen. Het gaat om het zichtbaar maken op landschapsschaal van
de ontwikkelingsgeschiedenis van een gebied en het tot uiting laten komen van de
natuurpotenties die daar bij horen. Ook hierbij zou ik dan van grof naar fijn willen
werken. Eerst, op globale schaal over eigendomsgrenzen heen, het verhaal van het
Kaart 7 774: Kaart van het duingebied van Oranjezon, die in 1772 in opdracht van de
Prins van Oranje is gemaakt. Rechts onder zien we het meest westelijke gedeelte van
de Beekshoekpolder met een fijn verkaveld elzenhakhout. De grote witte vlek links
daarvan is de hoeve Oranjezon, die dateert van omstreeks 1600, maar in 1725 is
verbouwd. De omgeving van deze hoeve bestond toen uit hakhout en vroonland, dat
doorliep tot in de duinen. Deze kaart geeft het plan weer om een deel van dit vroon
te bebossen. Dit plan is in de periode 1773-1810 uitgevoerd. Ook de valleien in het
duingebied zelf zijn aangegeven. Zij werden door de pachter van de hoeve beweid
met rundvee. In de bijschriften is van ieder hakhoutperceel precies aangegeven hoe
groot het is en wanneer het gehakt moet worden. Kaarten zoals deze bieden prima
aanknopingspunten voor planvorming gericht op landschappelijke kwaliteit.
Nationaal Archief, Collectie Hingman inv. nr. 2879.