Vroege carrière Terug naar Zeeland De omzwervingen van David Luteijn begonnen na zijn middelbare school. Hij ging agrarische economie en recht in Wageningen studeren. Tijdens zijn studie deed hij al veel bestuurlijk werk. In Wageningen ontmoette hij ook Anke, zijn echtgenote. "Anke studeerde voor huishoudlerares. Als er eens een feestje was, putten wij als studenten uit de meisjes van die school. Ook zij komt uit een familie van agrariërs." Na zijn studietijd ging hij in militaire dienst en kwam hij bij de Gele Rijders, waar hij het tot officier bracht. Zijn eerste baan - één van de weinige echte loondienstfuncties - was bij het Ameri kaanse bedrijf Windmill, een voormalige coöperatie. Hij werkte daar krap twee jaar als landbouwkundige, toen hij gevraagd werd als tweede secretaris van de Zeeuwse Landbouwmaatschappij (ZLM), de latere Zuidwest Nederlandse Landbouwmaatschap- pij. "Ik viel met mijn neus in de boter. Er waren toen grote landbouwacties vanwege de te lage garantieprijzen uit Brussel. Er was enorm veel belangstelling van de media. Toen ben ik min of meer in het gat gesprongen dat was ontstaan. Ik heb het media beleid gestroomlijnd en ik ben als intermediair opgetreden. Mijn goede band met de media stamt uit die tijd. Het woordvoerderschap ging mij goed af." Zijn optreden viel op en na tweeënhalf jaar was hij voorzitter. Op zijn 31ste werd hij gevraagd voorzitter te worden van het landelijke Koninklijke Nederlands Landbouw Comité (KNLC). "Ik denk dat ze een beetje met de handen in het haar zaten", relati veert Luteijn zijn bliksemcarrière. "De beoogd voorzitter haakte af en de tien gewes ten van de organisatie lagen vaak met elkaar overhoop. Daarom hebben ze een jong broekie naar binnen gehaald." Dat jonge broekie liet snel en veel van zich horen. Bij de functie van voorzitter van de KNLC hoorde ook het lidmaatschap van de Sociaal Economische Raad (SER), lid maatschap van het Presidium Europese Landbouw Organisatie en lidmaatschap van het Dagelijks Bestuur van het Landbouwschap. "Dat was een enorme klus. Maar wel ontzettend boeiend." In die tijd koos het gezin Luteijn ervoor om weer in Zeeland te wonen. Het se cretariaat van de ZLM was het duwtje dat ze nodig hadden om de stap naar Zeeland te maken. Voor de eerste baan van David, bij Windmill, waren ze naar Maassluis ver huisd, maar dat was niet de plek waar het echtpaar zich thuisvoelde. Voor zijn voorzitterschap van het KNLC reed Luteijn vanuit Kortgene heel wat af. "Maar ik had bedongen dat het vier dagen in de week zouden zijn. In de praktijk was het uiteraard veel meer, maar dat gaf me de kans om er ook nog dingen naast te blijven doen, zoals de boerderij. In 1974 heb ik samen met mijn vader een maat schap gevormd en ik wilde heel graag een dag in de week op de boerderij zijn om het echt samen te doen." Verder bracht Luteijn dagen en nachten in het land door. "Ik hield zo'n 60 inleidingen per jaar. Ik was heel veel in het noordoosten. Daarom heb ik in 1980 een chauffeur aangenomen, van wie ik onlangs na 25 jaar trouwe dienst afscheid heb genomen." Die chauffeur was de Zeeuws-Vlaamse liedjeszanger Peter Dieleman.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2008 | | pagina 113