Toekomstvisie voor Zeeland
Al nadat Luteijn twee maanden als commissaris had meegekeken in de Delta-keuken,
vertrok de toenmalige directeur van Delta met onenigheid. Luteijn werd gevraagd om
tijdelijk de zaak waar te nemen. Hij moest vooral rust brengen. In Zuid-Holland had hij
bewezen daar goed in te zijn. "Toen kort daarna het profiel voor de nieuwe directeur
werd gemaakt, vroeg men mij om te blijven. Ik heb toen afgesproken dat in vier dagen
per week te doen. Ik had nog vijftien voorzitterschappen, die ik snel moest terugbren
gen tot een handvol. Die functies ben ik er wel naast blijven doen".
Luteijn had toen al het plan in zijn hoofd om de kerncentrale in Borssele open te
houden. "Ik liep daar al een tijdje mee rond. Ik kende Pieter van Geel (huidig fractie
voorzittervan het CDA), die toen staatssecretaris was bij VROM." David trok naar Den
Haag en sloot met Van Geel een akkoord om een fonds op te richten waaruit duur
zame projecten zouden worden gefinancierd. Daarin doneren Delta en Essent forse
bedragen. Ook werd afgesproken dat de kerncentrale zijn vergunningsperiode tot
2033 kan volmaken, een resultaat dat zowel voor de investeringen in duurzame ener
gie als voor de kernenergie in Nederland van groot belang is. "Ja daar ben ik wel trots
op. Verder heb ik Delta als één van de grote vier Nederlandse energiebedrijven op de
kaart gekregen. We waren niet langer de kleine van de vier, maar telden volwaardig
mee. Ook het denken in grotere verbanden en vooral het buiten-de-provincie-kijken
en halen, heb ik erg gestimuleerd."
Delta groeide in de periode-Luteijn fors. Ook landelijk kwam er veel aandacht voor het
bedrijf. "Dat bereik je alleen als je je profileert, je laat zien in Den Haag."
Hij heeft ook een oordeel over de Zeeuwse profilering. "Je ziet dat Zeeland te
weinig trekkers heeft, te weinig mensen met een netwerk buiten Zeeland. De men
sen die dat potentieel in zich hebben, trekken weg, omdat hier te weinig topbanen
zijn. Bovendien wordt nog altijd te veel in eilandenstructuur gedacht. De provincie,
de gemeenten en het bedrijfsleven moeten de krachten bundelen en ervoor kiezen
om dingen samen te doen. Vandaar dat ik ook graag heb meegeholpen om de NV
Economische Impuls Zeeland op te zetten. Die moet als ontwikkelingsmaatschappij
bijdragen aan de ontwikkeling van Zeeland, door het verbinden en betrekken van
mensen, van binnen en van buiten Zeeland. En dat probeer ik ook als Zeeuws voorzit
ter van de Brabants-Zeeuwse Werkgevers (BZW) te doen. Hoe kunnen we als werkge
vers de enorme potentie die in deze regio zit, meer uitdragen? We moeten een goede
toekomstvisie hebben, die uitdragen en veel meer gebruik maken van netwerken. We
moeten geldstromen naar Zeeland halen. We zijn er niet alleen voor de leuke dingen,
maar ook voor het perspectief op langere termijn."
Luteijn constateert dat processen stagneren en de bevolkingsgroei stagneert. "Dat is
iets om je echt zorgen over te maken. Daar moet je iets aan doen. Zeeland moet voor
Nederland niet langer een 'ver-weg provincie' zijn. Men weet gewoon niet wat hier
allemaal gebeurt."
Het gaat Luteijn zichtbaar aan het hart dat de Zeeuwse ontwikkeling achterblijft en
dat het met die profilering van de Zeeuwse kracht maar niet wil lukken. Het valt hem
op dat het idee om een Zeelandhuis te stichten in Den Haag, geen enkele bijval krijgt
in de provincie. "Dat vond ik een goed idee van de burgemeester van Kapelle. Het