marien milieu. Opmerkelijk is ook de ontwikkeling van de biotiek van het estuarium. De Nederlandse kustgebieden zijn door de Europese Unie bestempeld als kraamkamer voor belangrijke bedreigde soorten. In de Europese Ecologische Structuur Natura2000 staat de voordelta (vanaf Westkapelle noordwaarts) aangewezen als zowel habitat- als vogelrichtlijn. De monding van de Westerschelde is bestempeld als habitatrichtlijnge- bied. Het buitendijkse gebied bij Vlissingen (Oranjedijk) is vogelrichtlijngebied. En de bestaande en nieuwe natte natuur achter de Westkapelse zeedijk (het Vroon), het duingebied van Walcheren en het bos in de binnenduinrand daar zijn onderdeel van de Nationale Ecologische Hoofdstructuur. In al deze gekwalificeerde gebieden is Ne derland verplicht zich in te spannen om de biodiversiteit te versterken.10 Met de zin Schepen, op weg naar de Noordzee of naar één van de zeehavens in het Westerscheldebekken zijn dynamische elementen in het deltalandschap is de domi nante positie van de Antwerpse haven in de regio in feite al aangegeven. De eco nomische betekenis van deze haven voor de Belgische economie is buiten discussie, evenals de bereikbaarheid van de Sloehaven en de Kanaalzone Terneuzen-Gent. Boor- sma heeft een opmerkelijk ontwerp (figuur 10) gepresenteerd om zowel de veiligheid als de bereikbaarheid van de havens te garanderen." De belangrijkste elementen in zijn ontwerpen zijn: (1) een verbindingskanaal tussen de haven van Antwerpen en het Kanaal Gent-Terneuzen, (2) een transparante stormvloedkering in de Westerschelde, gepositioneerd bij Hoedekenskerke en/of Vlissingen en (3) een nieuwe buitenhaven 'Scheldepoort' voor het aanleggen van zeer grote schepen. Door de aanleg van de buitenhaven Scheldepoort en het Kanaal Antwerpen-Zelza- te wordt vooral het oostelijk deel van het Westerscheldebekken ontlast van grote zeeschepen. Hier hoeft de vaargeul niet langer te worden uitgediept, waardoor het estuariene milieu zich kan herstellen en de veiligheid toeneemt. Dit ontwerp speelt positief in op de mogelijkheid om in de toekomst grotere schepen op te vangen en op toekomstige zeespiegelstijging. Bovendien maakt het ontwerp meerdere vormen van natuurontwikkeling mogelijk. De eerste regel van het Zeeuws-Vlaamse volkslied 'Waar eens 't gekrijs der meeuwen verstierf aan 't eenzaam strand, daar schiepen zich de Zeeuwen uit schor en slik hun land' maakt duidelijk dat een Zeeuw bij natuurontwikkeling niet in de eerste plaats zal denken aan ontpoldering. En juist daar wordt nu over nagedacht.12 Na de overstroming van 1976 in het stroomgebied van de Schelde is in België het Sigmaplan opgesteld.13 De belangrijkste elementen in dat plan zijn: (1) verhogen en versterken van dijken, (2) aanleggen van gecontroleerde overstromingsgebieden en (3) de bouw van een open stormvloedkering nabij Oosterweel. Na overleg met de Nederlandse overheid is in de 'Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium' vastge legd dat het Schelde-estuarium door ontpoldering zou worden vergroot. Op Neder lands grondgebied zou begonnen worden met ontpoldering van de H Hedwigepolder een polder die de mens in zijn gevecht met de zee heeft veroverd en nu weer zou teruggegeven aan de zee, in de hoop dat de extra estuariumruimte weer laagdyna mische gebieden oplevert waarin de bijbehorende natuurwaarden herstellen. Deze afspraak kwam echter onder druk te staan toen de publieke opinie in Zeeland zich

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2008 | | pagina 133