tegen ontpolderen keerde. Refererend aan de ramp van 1953 stelde men dat ont-
polderen de veiligheid zou aantasten. Maar ook uit de ingenieurshoek klonk kritiek
op ontpoldering ten behoeve van de natuurwaarden. Boorsma stelt dat ontpoldering
zowel technisch als qua natuurontwikkeling zinloos is. Ontpolderde gebieden zullen
als slibvangers van het estuarium functioneren, waardoor het maaiveld binnen korte
tijd zo hoog komt te liggen dat de beoogde natuurwaarden niet worden bereikt. Een
goed voorbeeld is het verdronken land van Saeftinghe. In 50 jaar is de terreinhoogte
zodanig toegenomen, dat het gebied nu drie meter boven de omliggende polders
ligt. Vijftig jaar geleden zouden we hebben gezegd dat dit opgeslibde land nu 'rijp is
voor inpoldering'. De Westerschelde is door het baggeren uit zijn voegen gebarsten,
stelt Boorsma. Met een stormvloedkering die zonodig een- a tweemaal per jaar kan
worden gesloten, zou het oostelijk deel van het estuarium beschermd kunnen worden
tegen verdere erosie. Maar verder natuurherstel kan uiteraard nooit samengaan met
verdere verdieping en verbreding van de vaargeul. Er moet gewerkt worden aan een
andere oplossing voor de bereikbaarheid van de Antwerpse haven.
Figuur 10. Boorsma 's ontwerp vooreen veilige Westerschelde en een bereikbare Ant
werpse haven. De elementen in dit ontwerp zijn: een kanaal van het westelijk haven
bekken van Antwerpen naar het bestaande kanaal Gent-terneuzen, een transparante
stormvloedkering (er zijn twee alternatieve lokaties getekend) en een nieuwe buiten
haven voor schepen met grote diepgang.
Alle ontwerpen die zijn gemaakt om de veiligheid van de delta te verzekeren, met
behoud van natuurwaarden en bereikbaarheid van zeehavens, hebben met elkaar ge
meen dat ze nauwelijks gebruik maken van de inzichten op de geologische tijdschaal.
Nog geen 3000 jaar geleden bestonden de Zeeuwse eilanden en het Westerschelde-
estuarium niet, maar stroomde de Schelde bij Orizant in zee. Een Romeinse landschap
secoloog had toen de natuurwaarden kunnen beschrijven van prachtige, nog vrijwel
ongerepte veenlandschappen, strandwallen, duinen en lagunes.
Bij de discussie over het ecologische nut van ontpolderen is niet in beeld dat de in
gepolderde gebieden ooit land waren, overstroomd door de zee en teruggewonnen
door de mens. Evenmin is in beeld dat ontpolderde landbouwgronden misschien korte