ÜJesterschelde, magisch en tragisch ZL Jan Hendriksen In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw was er weinig positiefs te melden over de Westerschelde, behalve dan misschien het leuke liedje van Bobbejaan Schoe- ben: "Zie ik de lichtjes van de Schelde, dan gaat mijn hart wat sneller slaan." Maar die adrenalinestoot werd niet veroorzaakt door het estuarium zelf; dat was een open riool. Vlaanderen en Brussel loosden al hun ongezuiverde huishoudelijke afvalwater op de rivier. Ter hoogte van Antwerpen was de Schelde biologisch dood. De Vlaamse en Nederlandse industrieën deden er nog een schepje bovenop met de lozing van allerlei giftige stoffen in het water. De zeehonden - voorheen zó talrijk dat de vissers het een plaag vonden - hadden zich al lang teruggetrokken, wachtend op betere tijden. Kon de patiënt in die tijd als overleden beschouwd worden, thans mag gezegd worden dat de Westerschelde een patiënt is die een arm mist, slechts één long heeft, in een stijf korset zit en weliswaar af en toe wat kortademig is, maar dat ze leeft. Op 8 juli 2008 heeft de Eerste Kamer ingestemd met de Schelde-verdragen. Wel is men mordicus tegen het ontpolderen van de Hedwigepolder. Toen is bedacht dat de gezondheid van de Westerschelde verbeterd moet worden door een patiënt van drie bedden verderop een bloedtransfusie te geven. Dat soort logica is alleen begrijpelijk voor politici. Na 45 jaar 'buiten' nam Cees Joosse dit jaar (2008) afscheid van Rijkswaterstaat, waarna zijn collega Edwin Parée een fotoboek maakte: 'Het beloofde land'. Met zijn indrukwekkende fotowerk vangt Parée de natuur, de leegte en het licht, maar ook de mensen en hun invloed in het Westerschelde-gebied. Zijn schitterende foto's vormden de inspiratie tot dit artikel. Vrijwel alle foto's bij dit artikel zijn van de hand van Edwin Parée, waarvoor heel veel dank. J. H.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2008 | | pagina 139