Tehenen in het landschap ZL Dichter in het landschap Andreas Oosthoek Inleiding: Dichter in het Landschap: Veronica Frenks Journaalfragmenten: Andreas Oosthoek Fotografie: Ruden Riemens In het bezoekerscentrum van de Zeeuwse Schaapskudde te Heinkenszand zijn filmbeelden van het landschap van de Zak van Zuid-Beveland te zien, gemaakt door Ramon de Nennie. Beelden als decor voor door dit landschap geïnspireerde gedichten. Het Nationaal Landschap van de Zak wordt gekarakteriseerd door ontmoeting, strijd, het samengaan en het meten van krachten van water en land. Een landschap met een rijke geschiedenis, die deze keer niet verteld wordt door geografen, biologen of historici, maar door dichters. Ik denk dat iemand het landschap het best beleeft door er zich in te bevinden, door het door de seizoenen heen te ervaren en te voelen. De op een na beste vorm is het beleven via de kunst. Kunst heeft de mogelijkheid bepaalde gebieden in de mens te raken, die niet via het intellect overgebracht kunnen worden. Het geraakt worden was mijn doel, zodat bezoekers nieuwsgierig zouden worden naar het landschap waarover het gaat. Elf dichters hebben speciaal voor deze tentoonstelling een gedicht geschreven: over de dijken, die geruststellend over ons waken, de dijken die in de zomer feestelijk uit dijen, de welen, waarin de geschiedenis verborgen ligt, maar ook over de meekrap die vroeger verbouwd werd, de paarden die noodzakelijk waren om het land te bewer ken, over de stormvloeden die bij tijd en wijle het land overstroomden, over de wolken die het landschap altijd anders doen zijn, over het fort Ellewoutsdijk waar mannen een zwaar leven hadden en over het achterliggende Zorgvliet, zo vol van schoonheid, maar net zo kwetsbaar en vergankelijk als het omliggende landschap. De keuze viel op (voornamelijk nieuw) werk van elf Zeeuwse, of met Zeeland ver bonden, dichters: Lou Vleugelhof, Laurens Geerse, Wim Hofman, Andreas Oosthoek, Thorn Schrijer, Peer van Meer, Sandra Burgers, Anna de Bruyckere en de Ballustrada- redacteuren Theo Raats, Jan J. B. Kuipers en André van der Veeke. Onder de elf geko zen dichters vormen de Zuid-Bevelanders (Vleugelhof, Oosthoek en Raats) een min derheid. Leeftijd speelde geen rol: tussen Vleugelhof (1925) en De Bruyckere (1987) liggen vele jaren.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2008 | | pagina 159